Deze week kreeg ik een paar foto’s toegestuurd van een bij die helemaal bedekt was met kleine bolletjes. Het was een metselbij en ook het mannetje wat bij haar op de rug dook om te paren, zat helemaal onder die bolletjes. Een conservatieve schatting van het aantal bolletjes is ergens tussen de 500 en 800 stuks! Natuurlijk denk je dan meteen aan de beruchte Varroamijt, die bijen leegzuigt als parasiet. Varroamijten zijn door imkers in Europa terecht gekomen bij pogingen om door kruising met Aziatische bijen de honingproductie te vergroten. Maar Varroamijten zijn rood en niet bruinroze zoals deze. Enig zoekwerk maakte duidelijk dat er nog een andere soort mijt voorkomt op bijen: de hommelmijt.
Bijzonder
Deze hommelmijt is niet zo schadelijk als de Varroamijt. Hommelmijten zuigen geen lichaamssappen van bijen op, maar leven van afval en voedselresten van en andere rommel dat zich in een bijennest bevindt. Op die manier vormen ze een samenwerking ter wederzijds voordeel: een symbiose dus. De hommelmijten leven vooral in een nest, maar ze klampen zich ook wel aan bijen en hommels zelf vast om mee te profiteren van etensresten bij bloemenbezoek en mogelijk ook om zich te verspreiden. Zo wachten ze ook bij de ingang van een nest op passerende bijen of kunnen op een bloem achterblijven om op een andere bloembezoeker over te stappen. Het is zelfs mogelijk dat ze profiteren van de ritjes op een bij om wat warmte en zonlicht op te pikken. Maar met 500-800 meelifters lijkt me dat het voordeel voor deze bij niet zo groot kan zijn. Ze torst misschien wel haar eigen gewicht of meer aan lifters mee. Daardoor is ze minder bewegelijk en heeft weinig gelegenheid om eten te zoeken, laat staan om nageslacht te verzorgen. Dus hierbij is symbiose omgeslagen in een probleem of zelfs in parasitisme.
Waar
Hommelmijten komen voor op veel soorten bijen en hommels. Ze liften alleen maar mee op bijen en hommels met een vachtje want ze klampen zich vast aan en tussen de haren. Op kale insecten hebben ze geen houvast.