Schaafstro behoort tot de paardenstaartfamilie. Veel mensen kennen een familielid daarvan, dat heermoes heet en dat overal in de Haarlemmermeer groeit, waar zand over klei ligt. Dat is een typische situatie bij trottoirs en in tuinpaden. Vandaar dat veel mensen er een grote hekel aan hebben. Deze paardenstaarten worden vaak kattenstaarten genoemd, wat mij als bioloog verdriet doet, want kattenstaarten zijn prachtig paarsbloeiende planten van de waterkant. Paardenstaarten vormen een zeer oude familie die 250-350 miljoen jaar geleden ontstond en die in de tijd van dinosauriërs, toen er nog geen bloeiende planten en loofbomen waren hun voornaamste voedsel vormde. Dat ze het tot nu toe hebben volgehouden betekent dat ze een goed overlevingssysteem hebben. Bij heermoes heb ik daarmee kennis gemaakt toen ik voor een kelder 4 m diep in de grond moest graven en 1-2 m onder het grondwater nog wortels tegenkwam. Ze hebben dus zo’n wortel reserve dat je ze nooit kunt weg wieden.
Bijzonder
Paardenstaarten en dus ook schaafstro zijn aan zand gebonden, omdat ze geen cellulose als ‘skelet’ maken, maar kleine kristalletjes van kwarts. Van schaafstro wordt vaak vermeld dat het vroeger door z’n ruwe stengel als schuurpapier werd gebruikt, maar dat is volgens mij niet terecht. Voor de komst van industrieel schuurpapier verbrandde men dit schaafstro en kreeg in de as zeer homogene kristalletjes, die gebruikt werden voor het polijsten van muziekinstrumenten. Schaafstro en reuzenschaafstro zijn zeer decoratieve paardenstaarten die niet misstaan in (droog) boeketten ( zie detailinzet). Alle paardenstaarten bestaan uit segmenten die uit en weer in elkaar geschoven kunnen worden.
Waar
Schaafstro houdt van vochtige zandmilieus zoals duinvalleien en reuzenschaafstro (foto) dat 2-3 m hoog kan worden, houdt van vochtige grond of het nu klei, zand of veen is. Op dit moment vormt het sporenkapsels, maar vegetatieve voortplanting via scheuren van wortel stokken gaat effectiever.