Het Wandelbos Hoofddorp is een van de terreinen, waar we wekelijks beheer uitvoeren. Daardoor raken we goed bekend met de flora en fauna van dit park waarvan de oorspronkelijke bomen (uit 1935) al 100 jaar zijn. Een van de bekendste en luidruchtigste bewoners van het park is de blauwe reiger. Al lange tijd nestelen daar in de hoogste toppen van de bomen ( 30-35 m!) een 40-tal broedparen van deze soort. Het rauwe geluid van de volwassen reigers wordt al sinds januari steeds meer vergezeld van een beschaafder (maar onophoudelijk) ′kekkekkek′. Dat is het geluid van jongen die permanent om eten bedelen. Dat er in januari al jongen zijn, is bijzonder voor inheemse soorten. Ook nijlganzen en halsbandparkieten hebben zo vroeg al jongen, maar dat komt omdat zijn geen weet hebben of rekening houden met winterse condities en broeds worden zodra de dagen na kerst gaan lengen. Maar reigers zijn inheemse soorten die moeten weten dat het tot ver in maart koud en guur kan zijn (zeker op 30 m hoogte).

Bijzonder

Dat betekent dat reigers, die er in de winter meestal nogal kleumerig bijstaan, een heel uitgekiende warmtehuishouding en jaagtechniek moeten hebben. Misschien moeten we in die jaagtechniek het bedelen om voedsel bij winkels, burgers en snackbars meenemen. Verder leven reigers van vis, amfibieën, muizen en mollen (foto). Reigers maken dan ook braakballen. Maar ze hebben zo′n sterk maagzuur dat alleen nagels en haren overblijven. Tegenwoordig zijn kolonies van 30- 40 nesten redelijk normaal, maar een paar 100 jaar geleden waren kolonies van 500-1000 nesten normaal. Dat wijst toch weer op een achteruitgang van het natuurlijke terrein door verstedelijking en landbouw.

Waar

Behalve in het Hoofddorp is er een kolonie in het Badhoevedorpse wandelbos. Maar die zal wel ten prooi vallen aan de ′ontwikkeling′ van de omlegging van de A9. Bij ons zijn reigers standvogels. Ten noorden van Denemarken zijn het zomergasten en rond de Middellandse zee komen ze voor als wintergasten.