Er bestaan een 20-tal muizensoorten in Nederland, die allemaal een verborgen leven leiden omdat ze zwaar bejaagd worden door roofdieren en de mens. Het meest komen we de huismuis tegen. Het is een van de ‘ware’ muizen soorten, d.w.z. hij heeft net als de mensen knobbelkiezen,is een alleseter en heeft grote afstaande oren, een lange staart, net als de bruine en de zwarte rat, de bosmuis en de dwergmuis. Veel algemener zijn de woelmuizen. Dat merk je pas als je braakballen uitpluist van uilen. De veldmuis is daarvan het meest algemeen. In een ha wegberm kunnen er wel 1000 leven. Woelmuizen zijn net als koeien vegetariërs, die maalkiezen hebben om gras en zaadjes fijn te malen en korte platte oren en korte staarten. Waar de veldmuis in weiden en akkers leeft, leeft de rosse woelmuis in dicht begroeide bosjes. Hij heet zo omdat hij een rossige gloed in zijn vacht heeft (zie foto). Afhankelijk van het seizoen en het voedselaanbod leven er 5-100 dieren/ha. De rosse woelmuis wordt gemiddeld 3 maanden, maximaal 18 maanden en tot 40 maanden in gevangenschap.
Bijzonder
Rosse woelmuizen eten zachte zaden, vruchten, bladeren, kruiden en boomschors (tot op 5 m. hoogte), aangevuld met paddenstoelen, mossen, wortels, knoppen en gras, en ook insecten, wormen en slakken. In noordelijke streken leggen ze voedselvoorraden aan. Ze houden geen winterslaap. De rosse woelmuis maakt gebruik van routes door het kreupelhout, ondiepe ondergrondse gangen en voldoende dichte ondergroei. Hij graaft minder dan andere woelmuizen maar legt toch gangen aan.
Waar
In grote delen van Europa komen rosse woelmuizen voor, behalve in het uiterste zuiden. Ze leven vooral in loofwouden en struikgewas, maar ook in gebieden met hoge grassen en kruiden en in een parklandschap. Deze soort was tot op heden niet uit de Haarlemmermeer bekend, maar werd afgelopen week in De Heimanshof aangetroffen. In Nederland zijn ze aan te treffen op hogere gronden, in struikgewas, bos en plaatsen met veel vegetatie.