Deze week landde de hiernaast afgebeelde kever op de schouder van
iemand waarmee ik stond te praten. Een dergelijk vreemd creatuur van 8
mm lang, met een kop die bijna 2 keer zolang is als zijn lichaam, wekt
natuurlijk mijn nieuwsgierigheid op en het duurde dan ook niet lang voor
we uitgevonden hadden dat we te doen hadden met een
hazelnootboorder. En wel met een vrouwelijk exemplaar. Die
onderscheiden zich van mannetjes door de extreem lange smalle kop met
zaagvormige tanden aan het eind en een paar voelsprieten halverwege.
De hazelnootboorder behoort tot de snuitkevers. Voor de voortplanting is
deze kever streng gebonden aan hazelnoten. De kever komt in het
voorjaar uit de pop. Hij bezoekt in juni vooral roosachtigen zoals kers en
meidoorn en voedt zich met bloesem, bladeren en vruchten. Voor de
voortplanting vliegt het vrouwtje naar een hazelaar en bijt met haar lange
snuit een diepe schacht in de jonge, nog groene noten. Het vrouwtje legt
ongeveer 40 eieren. Meestal wordt er één ei in het gat van een noot
geschoven. Het ei komt na een dag of 10 uit. De larve ontwikkelt zich in
4-5 weken in de noot. In de herfst bevrijdt de volgroeide larve zich uit de
inmiddels afgevallen noot door zich een weg naar buiten te knagen. De
larve overwintert in een zelf gesponnen zijden cocon in een holletje in de
bodem en verpopt zich pas in het voorjaar. Sommige larven kunnen ook
2-3 jaar in rust blijven. De witte, vrijwel onbehaarde larve lijkt op een
vliegenmade, maar is daarvan te onderscheiden door een goed
ontwikkelde kop met stevige kaken. Een vliegenmade heeft sterk
gereduceerde kaken en voedt zich met vloeibaar voedsel.

Bijzonder

De hazelnootboorder wordt in de literatuur beschouwd als een schadelijk
insect en kan in zuidelijke landen zoals Turkije een aanzienlijk deel van de
hazelnootoogst ´verpesten´.

Waar

De hazelnootboorder leeft wijd verspreid in grote delen van Europa,
Noord-Afrika, Azië en Noord-Amerika, maar natuurlijk alleen waar
hazelaars staan. In Nederland is deze soort vooral bekend uit het
binnenland. Dat blijkt ook op waarneming.nl, waar een paar tientallen
waarnemingen staan. Maar ook in onze polder komt hij dus voor.