Met het voorjaar in de lucht worden allerlei insecten weer actief. Eén daarvan is de veenmol, een ver familielid van krekels. Hij leeft grotendeels onder de grond en is
vooral ′s nachts actief. De veenmol gebruikt zijn grote voorpoten als graafwerktuig en
kan er ook goed mee zwemmen. Hij heeft een voorkeur voor dierlijk voedsel: o.a.
ritnaalden, engerlingen, rupsen, regenwormen e.d. Dat is nuttig in de tuin maar met
zijn gegraaf woelt hij jonge plantjes om en knaagt ook aan plantenwortels. Een echte
plaag wordt hij echter nooit.
Volwassen veenmollen worden het meest gezien van eind april tot eind mei tijdens
de balts. Het vrouwtje bouwt 8 – 30 cm onder de grond een nesthol zo groot als een
kippenei met 200 -300 eitjes. Dit nest wordt voorzien van afwateringstunnels.
Bovengronds knaagt ze alle planten weg zodat de zon het nest goed kan verwarmen.
Na 10 – 45 dagen komen de jongen uit. Het vrouwtje likt de eitjes schoon en bewaakt
de nymfen tot ze 2 -3 weken oud zijn. In het nest eten ze wortels en humus, die
vrijkomen als de moeder de nestholte schoonmaakt. Pas na 500 dagen en 2 winters
is een veenmol volwassen. Volwassen dieren leven dan nog 70 – 600 dagen.
Vijanden van de veenmol zijn: katten, uilen, kraaien, reigers, vossen, egels, mollen,
spitsmuizen en loopkevers. Eind juli tot in augustus zoeken zij hun
overwinteringsplaats weer op.
Bijzonder
De veenmol is met 5-6 centimeter één van onze grootste insecten. De soort is hier
sterk achteruitgegaan en vrij zeldzaam geworden. Daarom staan ze de Rode lijst als
kwetsbare en beschermde diersoort. Belangrijke bedreigingen zijn verdroging van
hun leefgebied en verstedelijking. Ook zijn ze gevoelig voor intensief agrarisch
beheer en insecticiden. Niet professionele tuinders gedogen vaak dat de veenmol wel
eens een worteltje of meer ′trekt’. Bij oppakken steekt de veenmol niet, maar hij kan
wel bijten of een bruin vocht afscheiden.
Waar
Onze veenmol komt voor in een brede strook van West-Europa via Rusland en China
tot in Australië. Hij heeft een voorkeur voor natte veenweidegebieden en vochtige
valleien, maar kan ook goed leven in lichte zand- en zware leemgrond. Daarbij zijn
moestuinen een geliefde plaats vanwege de kale omgewerkte humusrijke grond en
voldoende voedsel.
In de Haarlemmermeer hebben we waarnemingen uit de veengebieden bij Rijsenhout
en Vijfhuizen, zandige schooltuintjes in De Heimanshof en uit de klei langs de
Geniedijk in Hoofddorp-Centrum.