Iedereen kent de rood-zwart of geel-zwart gekleurde kevertjes. De larven lijken op kleine rupsjes, maar hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Larven van
veel soorten zijn stekelachtig behaard en hebben felle gele en rode kleuren.
Lieveheersbeestjes gaan maagdelijk de winter in. In het voorjaar als het warm wordt
vindt de paring plaats. De eitjes worden afgezet op plekken waar bladluizen zitten.
De larve eet voor zijn ontwikkeling wel zo′n 200-600 bladluizen. Een volwassen
lieveheersbeestje lust per dag wel 100 bladluizen. Dat zijn er dus ruim 3.000 per
maand.

Bijzonder

De naam lieveheersbeestje heeft te maken met de kerstening van de Germanen. De
Germaanse naam voor het kevertje, Freyafugle, vogel van de vruchtbaarheidsgodin
Freya, werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of lieveheersbeestje. De Duitse
naam Mariakever heeft hiermee een duidelijke relatie.
Hoewel de meeste lieveheersbeestjes felle rovers zijn, is het een symbool van een
aantal instellingen en verenigingen met een goed doel, o.a. de Beweging Tegen
Zinloos Geweld.
Het aantal stippen van de dekschilden zegt niets over hun leeftijd, maar zijn een
soortskenmerk. Het meest algemeen van de 60 Nederlandse soorten is het
zevenstippelige lieveheersbeestje (6-7 mm groot) Andere algemene soorten hebben
2 (foto, 4 mm groot), 4, 11, 14, 16 of 22 stippen en zijn rood met zwart, zwart met
rood of geel met zwart.
Lieveheersbeestjes worden weinig door andere dieren gegeten. De felle kleuren
dienen dan ook als waarschuwing. Als een lieveheersbeestje zich bedreigt voelt, dan
produceert hij een gele vloeistof bij een gewricht van de poten. Dit gedrag heet
"reflexbloeden". Deze vloeistof heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels
die een lieveheersbeestje oppakken proeven dit ‘bloed’ en laten hem meestal snel
vallen.

Waar

De laatste generatie kevers maakt zich nu klaar voor de winter. Ze kruipen onder een
pak bladeren, in een half vergane boomstronk of i.d. Daar zitten ze soms met grote
groepen bijeen. Zodra de zon in het voorjaar warm genoeg wordt, komen ze massaal
weer te voorschijn.

Terugmeldingen

: Vele meldingen van ijsvogels uit de hele Haarlemmermeer, tot in
tuinen toe en een doortrekkende slechtvalk en veel haviken langs de Geniedijk.