Ransuilen leven bijzonder onopvallend en worden dan ook zelden gezien. In de winter hebben ransuilen de neiging om samen de dag door te brengen (‘roesten’) in
groepjes van 4 tot soms wel 30 exemplaren. Op zo’n roestplaats zitten de uilen
overdag in een gestrekte houding, een boomstam imiterend. Het geluid van de
ransuil is al bijna even onopvallend als hun leefwijze. De ransuil houdt zich vooral op
in naaldbomen en coniferen. Hij zet zijn oorpluimen rechtop en legt lichaamsveren
plat bij verstoring. Hij broedt in verlaten nesten van andere vogels, meestal van
kraaiachtigen en roofvogels. Door de zachte winter zijn de uilen nu al aan het
baltsen. Daarbij klappen ze in de schemering hun vleugels hoorbaar tegen elkaar.

Bijzonder

Onder de veren gaat een verbazingwekkend klein lichaam schuil. Een uil bestaat
vooral uit veren, lijkt het. De snavel is een stuk groter dan het deel dat uit het
gezichtsmasker steekt. Muizen worden altijd in hun geheel naar binnen gewerkt.
Net als veel andere vogelsoorten maken ransuilen braakballen, om de onverteerbare
delen van hun prooi het lichaam uit te werken voordat hun spijsverteringskanaal
verstopt raakt. Onder roestplaatsen kan soms een hele berg van zulke harige ballen
worden aangetroffen. I.t.t. bij voorbeeld reigers, die een bijzonder sterk maagzuur
hebben waarin ook alle botten oplossen, blijven de botten en schedels in
uilenbraakballen herkenbaar bewaard. Voor onderzoekers zijn deze een onschatbare
bron van informatie over het menu van de uilen en daarmee ook over de muizen die
in een bepaald gebied voorkomen.

Waar

Doordat ransuilen zo′n onopvallend leven leiden is het aantal ransuilen slechts bij
benadering bekend. Wel is duidelijk dat deze uilensoort moeilijke tijden doormaakt;
de aantallen zijn lager dan circa dertig jaar geleden. Waarschijnlijk broeden er in
Nederland ongeveer 5.000 tot 6.000 paren. In de Haarlemmermeer zijn momenteel
zo’n 10 roestplaatsen bekend. De aantallen hangen nauw samen met
voedselaanbod. Als er veel veldmuizen zijn, dan zijn er rond de 60 en bij weinig
veldmuizen zo’n 40 exemplaren in de polder. De winter van 2006-2007 was matig tot
slecht. Dat komt omdat we nu in een dal van de muizencyclus zitten, die meestal 3
jaar duurt.