De grote zaagbek is een broedvogel van brede, langzaam stromende rivieren en meren omgeven door uitgestrekte bossen met oude bomen. Voor broeden is de vogel
aangewezen op boomholtes. In Nederland komt zo′n habitat niet of nauwelijks meer
voor en de grote zaagbek broedt dan ook niet in ons land. In de winter kunnen grote
zaagbekken echter regelmatig binnen onze grenzen worden aangetroffen. Vooral de
mannetjes (wit-met-groene-kop) zijn dan een opvallende verschijning op plassen en
rivieren. Het vrouwtje is totaal anders gekleurd met een rode kop met grote kuif en
een grijze rug. De grote zaagbek leeft van vis en jaagt groepsgewijs.

Bijzonder

Maximaal 25% van de Noordwest-Europese populatie van de grote zaagbek verblijft
′s winters in Nederland. Dat zijn ongeveer 20.000 vogels. Op het Ijselmeer lijken de
aantallen achteruit te gaan. Mogelijk is dit te wijten aan een verminderde
beschikbaarheid van spiering.
′s Winters baltsen mannetjes door met opgezette kruinveren tegenover elkaar hals-
en kopbewegingen te maken.

Waar

De Grote Zaagbek is een wintergast van december tm februari. Het IJsselmeer en
het aangrenzende deel van de Waddenzee zijn de belangrijkste overwinterings-
gebieden. Daarnaast komt de soort ook voor in het rivierengebied, het Deltagebied,
de Biesbosch, op de Noordzee, en in verschillende zoete wateren in het binnenland.
Vooral bij strenge vorst verschuift het zwaartepunt van de verspreiding naar het
zuiden en neemt het belang van het rivierengebied en het Deltagebied toe. In zulke
vorstperioden is de kans zeer groot om groepjes in de Haarlemmermeer te vinden,
b.v. in vijvers binnen de bebouwde kom, op de hoofdvaart en op de grotere plassen
zoals de Toolensburgse plas. Vorig jaar omstreeks deze tijd verbleef een groep van 2
mannetjes en 11 vrouwtjes in het achterkanaal van de Geniedijk binnen de
bebouwde kom van Hoofddorp.