De neushoornkever is in Nederland met het vliegend hert één van de grootste inheemse soorten en kan iets langer dan 4 centimeter worden. De kever komt voor in loofbossen maar is zelden algemeen. Waar hij wel massaal kan voorkomen is in
hopen met rottend hout. De kevers zijn in verhouding tot andere Nederlandse soorten al bij 15 graden traag. Dit zou kunnen verklaren waarom ze in Nederland over het algemeen zo zeldzaam zijn en alleen soms talrijk voorkomen in broeihopen.
De kever zelf leeft maar enkele weken en eet niet meer. De larven echter kunnen wel twee tot drie jaar in rottend hout leven van diverse loofboomsoorten. De lengte van het larvestadium hangt af van het voedselaanbod maar vooral van de temperatuur.
Larven die in houthopen leven waarin compostering plaats vindt (broei), leven in veel hogere temperaturen en kunnen zich al binnen enkele maanden volledig ontwikkelen. De larve wordt 7 tot 12 centimeter lang en kent drie stadia voordat verpopping
plaatsvindt.

Bijzonder

De kever is te herkennen aan het grote bruinrode, glanzende lichaam, alleen mannetjes hebben de neushoorn-achtige punt vooraan de kop. Deze dient om elkaar om te duwen in gevechten om de vrouwtjes, en niet om te steken. De neushoornkever
behoort tot een groep tropische soorten, die voor insecten in biomassa de grootste insecten ter wereld herbergen, onder andere De herculeskever (onderfamilie Dynastinae). De neushoornkever is de enige Europese vertegenwoordiger van deze groep. Hij heeft in de loop der eeuwen zijn habitat en levenswijze meerdere malen moeten veranderen en blijkt daaraan
opmerkelijk goed aangepast. Oorspronkelijk moet de larve (178 1b g) in vermolmd hout hebben geleefd. Later bij het verdwijnen van grote hoeveelheden oerbos moet de ontwikkeling verplaatst hebben naar onder andere leerlooierij-afvalhopen en in zaagmeel van houtzagerijen. Tegenwoordig wordt hij veelal bij en in composthopen gevonden en neemt
zelfs weer wat in aantal toe. De larve kan de bij rottingsprocessen, ontstane warmte goed voor haar meerjarige ontwikkeling gebruiken. Afhankelijk van de omstandigheden kan de engerling na 3-5 jaar een lengte van 12 cm. bereiken. Voor de verpopping maakt zij met behulp van uitwerpselen een popkamer die doet denken aan een kippenei. Bij gebrek aan
voedsel komen er hongervormen voor: bij de mannetjes resulteert dat bijvoorbeeld in de afname van de grootte van de hoorn ten opzichte van de lichaamsgrootte. Kleine mannetjes zijn dan van uiterlijk nog nauwelijks van vrouwtjes te onderscheiden. De volwassen kevers nemen geen of weinig voedsel meer tot zich. In warme nachten vertonen ze zwermgedrag en
vliegen dan rond en worden vaak aangetrokken door lichtbronnen als straatlantaarns. Als zij tegen een lamp aanvliegen en op een glad oppervlak op hun rug vallen hebben zij grote moeite zich weer om te draaien en op hun poten terecht te komen.

Waar

Een stervend vrouwtje van de neushoornkever werd begin juli in de nieuwbouwwijk Floriande aangetroffen. Mogelijk is zij afkomstig uit houtsnippers die voor tuinaanleg zijn aangevoerd. Graag horen wij van andere waarnemingen.