Deze column is bedoel om bijzondere natuurverschijnselen in onze polder
´op de kaart te zetten´. En dat ontdekken gaat natuurlijk het beste als er
vele ogen meekijken. De afgelopen tijd was een vruchtbare tijd. Er
kwamen vele meldingen van 3- 12 lepelaars die zich ophielden langs de
spoorbaan, het 3e ijsvogelnest van dit jaar op De Heimanshof leverde
vorige week 1 jong op, wat het totaal op 7 bracht en de polderecoloog
meldde een nieuwe rode lijstsoort voor onze polder: de akkerandoorn.
Deze soort hoort bij de lipbloemigen. Van deze familie zijn de witte,
paarse en gele dovenetel veel bekender. In De Heimanshof zijn wel 10
soorten andoorns en (dove)netels te vinden, maar niet de akkerandoorn.
De akkerandoorn komt laat tot ontwikkeling. De soort bloeit van juli tot de
eerste vorst en heeft maar weinig concurrentiekracht. Zelden vind je de
soort in grote aantallen bijeen.
Bijzonder
In Nederland is de akkerandoorn overal vrij zeldzaam en zeker in het
westen. Daarom staat de akkerandoorn op de Rode lijst als vrij zeldzaam
en zeer sterk afgenomen.
Akkerandoorn behoort tot de hakvruchten: plantensoorten die van
oudsher voorkwamen op akkers die met stalmest werden bemest en die
handmatig werden geschoffeld of gehakt, om het onkruid onder de duim
te houden. Voorbeelden zijn: esdoornganzevoet, ingesneden dovenetel,
en veel soorten met “akker- “als voorvoegsel. Deze soorten kunnen slecht
tegen chemische onkruidbestrijding en bemesting met kunstmest.
Daardoor zijn zij door de moderne landbouw helemaal verdreven naar
volkstuintjes, nutstuintjes, schooltuintjes e.d. Het zijn dus echte
cultuurvolgers, maar dan wel de “oude” kleinschalige cultuur, waar we
extra zuinig mee moeten omspringen.
Waar
Akkerandoorns komen voor op voedselrijke grond in moestuinen,
akkerland en bermen. De soort komt van nature voor in West-Europa,
West-Azië en Noordwest-Afrika. In de Haarlemmerpolder is de soort
vorige week waargenomen in industrieterrein De President en dat is de 1e
keer.