Niet alleen mossen hebben in de winter hun toptijd. Er zijn ook hogere planten die in de kou goed gedijen. Stinkend nieskruid of kerstroos is er zo een. Het is een plant
van rotsachtige hellingen, bermen en open bossen, die in ons land wel in tuinen
wordt aangetroffen en zich van daaruit heeft verspreid. Dit familielid van de
boterbloemen is een wintergroene vaste plant. Hij heeft zijn Nederlandse naam te
danken aan de groenige bloemen die stinken als ze worden aangeraakt. De plant
zaait zich vrij makkelijk uit. Met de steeds zachtere winters doet hij zijn bijnaam
Kerstroos eer aan en bloeit dan zeker tot april. Door deze vroege bloei is de plant,
samen met bolgewassen een welkome voedselbron voor bijen en andere insecten.
De mieren waarderen de olie die uit de zaden komt, en slepen deze mee. Op deze
manier vindt de verspreiding van de zaden plaats.
Bijzonder
Alle plantendelen zijn zwak giftig. De onaangename geur van de bloemen is zeer
sterk als de enigszins leerachtige bladeren worden fijngewreven (gebruik
handschoenen). De zaden kunnen bij het oogsten jeuk veroorzaken en pijn in de
vingers. Ze bevatten een stof die huid- en slijmvliezen irriteert en een andere, die op
het hart inwerkt. Vergiftigingsverschijnselen komen uiterst zelden voor en geen reden
om deze mooie plant uit de tuin te bannen. De plant stond bekend om zijn
genezende werking bij depressies en waandenkbeelden. De latijnse naam
Helleborus betekent: voedsel uit de Hel. Volgens de overlevering stierf Alexander de
Grote aan een overdosis van dit kruid omdat zijn artsen er iets te scheutig mee
waren.
Waar
Stinkend Nieskruid is een plant die oorspronkelijk uit de berggebieden rond de Alpen,
Karpaten en Apenijnen komt. Tot in België komt deze soort inheems voor. In ons land
vooral in tuinen en verwilderd.
Terugmeldingen
Een maand geleden meldde ik de zeldzame velduilen, die broeden op Schiphol.
Sinds kort is een spectaculaire groep van 15 wintergasten van deze soort
neergestreken op het braakliggende terrein van het toekomstige Toolenburg-Zuid.
Ongetwijfeld doen ook deze dieren zich te goed aan (de resten van) van de grote
veldmuizenpopulatie van dit jaar, waaraan zoveel andere roofvogels en uilen een
bijzonder goed jaar te danken hebben.