De muskus- of bisamrat heeft een lichaamslengte van 25-40 cm en daarbij nog een zijdelings afgeplatte staart van 20-30 cm. Hij kan 1,5 kilo wegen: vier keer zo zwaar als
de bruine rat. Het is een goede zwemmer en duiker, die vooral ′s nachts en in de
schemering actief is. Hij leeft van waterplanten, vooral de onderste stengeldelen en de
wortels. De muskusrat heeft een voorkeur voor waterlopen met begroeide oevers. In de
oever graaft hij een gang, waarvan de ingang meestal onder water ligt. ′s Winters maakt
hij een burcht van gras en riet, die minstens twee kamers en een opslagkamer heeft. De
voortplantingstijd duurt van maart tot november. Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen.
Het aantal pijpen en kamers is afhankelijk van het aantal inwonende jongen. Hoe groter
de familie des te meer kamers er nodig zijn. Afhankelijk van seizoen en temperatuur zijn
er, na een draagtijd van ongeveer 5 weken, per jaar 3-5 worpen van 6-8 jongen. De
moertjes uit de eerste worp zijn hetzelfde jaar al volwassen. 1 paartje kan zo in een jaar
30 nakomelingen krijgen. De mannetjes hebben een muskusklier om hun woongebied te
markeren.
Bijzonder
Mede door zijn snelle voorplanting is de muskusrat gevreesd als graver en wroeter.
Vooral bij kleinere dijken kan dit een forse aanslag zijn op de stevigheid en ontstaan er
allerlei onzichtbare valkuilen voor vee en landbouwmachines. Het gewroet kan zelfs
leiden tot verzakkingen van wegen en spoorwegen. Naast waterplanten eet de muskusrat
ook landbouwgewassen. Komt het dier terecht in fuiken en netten van vissers dan knaagt
hij die door. Het vlees van de dieren is goed eetbaar (in België: waterkonijn)
Waar
In het begin van de 20ste eeuw bracht een graaf uit Tsjechië 5 beestjes mee uit Alaska
voor de jacht. Tien jaar later waren er een miljoen. Ook pelsdierhouderijen, met name in
Frankrijk, fokten de dieren. Maar de kwaliteit van hun vacht was slecht door de hogere
temperaturen in Europa. Bisambont was daarom niet lonend en de dieren werden
losgelaten. De muskusratten bereikten in 1919 Finland, in 1930 Engeland en in 1950
Zweden. De soort werd in 1937 in het Verenigd Koninkrijk uitgeroeid. In 1940 dook de
eerste muskusrat op in Brabant. In 1970 werden de eerste muskusratten in Zuid Holland
gevangen. Toen het aantal muskusratten te groot werd, is er een landelijke organisatie op
poten gezet in elke provincie. In 2003 werden in Nederland 400.000 muskusratten
gevangen. In de Haarlemmermeer werden de eerste muskusratten in 1986 gevangen. In
2006 waren dat er 916. In 2007 zijn tot op heden al 155 dieren gevangen, dit is 30%
minder t.o.v. vorig jaar. De verwachting is dat bij voldoende bestrijdingsdruk de populatie
verder zal dalen tot aanvaardbare aantallen. Maar net als het konijn, de nijlgans en de
wolhandkrab lijkt deze exoot een blijver.