Mijterwants
Deze week kreeg ik een mooie foto op gestuurd van Janet Baker uit Cruquius, die al vaker leuke waarnemingen door stuurde. Op een salieplant zat deze mijterwants. De naam mijterwants komt van de vorm van het insect, dat met een beetje fantasie lijkt op een mijter: zo’n hoofddeksel waarmee ook Sinterklaas getooid is. De mijterwants hoort bij een grote familie van schildwantsen, die meestal nogal groot en vierkant van vorm zijn (inzet Groene schildwants). Zo vierkant is de mijterwants niet, maar hij heeft wel die 5 antennesegmenten waar kenners deze groep van wantsen mee karakteriseren. Schildwantsen hebben nog een kenmerk gemeen. Als ze zich bedreigd voelen, scheiden ze een stinkend vocht af. De geur van dat vocht is zo sterk dat vogels en andere rovers het wel uit hun hoofd laten om door te bijten of aan een volgend slachtoffer te beginnen. En zo’n druppel kan ook een halve emmer bramen onsmakelijk maken om verder te gebruiken. Stinkwantsen is daarom een andere groepsnaam.
Bijzonder
De groep van wantsen is nog weer veel groter dan schildwantsen. En wat alle wantsen gemeen hebben is een steeksnuit waarmee ze meestal in planten boren en sappen opzuigen. Maar er zijn ook wantsen, bv waterwantsen die met die steeksnuit levende prooien als voer gebruiken. Wantsen horen weer bij een groep insecten die we relatief primitief noemen, waartoe ook bv sprinkhanen behoren. Deze groep krijgt uit eieren zgn. nimfen. Deze nimfen zijn kleine kopieën van volwassen insecten, maar hebben bv nog geen vleugels. Die krijgen ze pas na 4-5 vervellingen. De ‘hogere’ vormen van insecten zoals vlinders, bijen, vliegen en kevers kennen een volledige gedaanteverwisseling. Zo lijken de jongen vlinders (rupsen) totaal niet op hun volwassen soortgenoten. Het zijn vreetmachines die zich omvormen tot een pop waaruit op miraculeuze wijze een volledig ontwikkelde vlinder, kever, vlieg of bij verschijnt.
Waar
De mijterwants leeft van grassen en wordt soms als nuttig en soms als schadelijk beschouwd in de landbouw. Hij is zeer algemeen in grote delen van Europa, en komt ook voor in Azië en in Afrika.