Veel mensen die ik vertel over de 70 in Nederland en de 14 in de Haarlemmermeer voorkomende soorten orchideeënsoorten zijn verbaasd. Ze kennen vaak alleen de gekweekte tropische soorten. Bij de megabloemen van die soorten vallen de meeste van onze orchideeën enigszins in het niet. Maar ze zijn zeker even interessant door hun symbiose met schimmels en de bijzondere bestuivingsprocessen.
Een van de minst spectaculaire inheemse orchideeënsoorten is de Grote Keverorchis, die in mei bloeit met groene bloemen. De aanleiding voor deze column was een ontdekking deze week, toen we aan het werk waren in het Hoofddorpse Wandelbos. Dat die soort daar voorkomt is bekend. Tien jaar geleden waren er zelfs wel eens 300 exemplaren. Maar mede door het onderhoud van het bos met zware machines is de stand achteruit gegaan: vorig jaar vonden we maar 30 stuks. Daarom zijn we vanuit MEERGroen het bos met de hand gaan beheren. Bij het opknappen van de ondergroei kwamen wel 120 stuks te voorschijn, waarvan 80 op nieuwe plekken; ecologisch beheer loont?
Bijzonder
Orchideeën zijn de meest gespecialiseerde planten in het plantenrijk. Ze hebben vernuftige bestuivingsmechanismen ontwikkeld. Bv het aanmaken van lokstoffen (feromonen) van allerlei soorten insecten. Daarom heb je keverorchissen, wespenorchissen en bijenorchissen! De Grote keverorchissen trekt met zijn geuren vooral sluipwespen en kevers aan, die eindeloos over de bloemen heen en weer blijven lopen. En daarbij bevruchten ze alle bloemen. Als een bloem bevrucht is, buigt een bloemslip over de stamper om zelfbestuiving verder tegen te gaan. Deze orchis is wettelijk beschermd, maar niet meer bedreigd.
Waar
Een Grote Keverorchis houdt van vochtige tot droge loofbossen, liefst met wat kalk. In de Haarlemmermeer zijn nu 3 groeiplaatsen bekend: vanouds in het Wandelbos Hoofddorp (> 120) , in de Heimanshof (20 jaar lang 1 heel mooie en sinds 2013 7 stuks) en het Haarlemmermeerse Bos (ca 30- 50).