Na een droog voorjaar en eerste deel van de zomer zijn de laatste weken de sluizen van de hemel open gegaan. Al die regen aan het einde van de zomer is van harte welkom in mijn groente tuinen. Maar ecologisch maakt die regen ook van alles los. Nu de temperatuur nog hoog is en er veel biomassa en dood hout is, exploderen er veel soorten paddenstoelen. Er is bijna geen einde aan de soorten die je overal ziet: inktzwammen, boleten (zoals eekhoorntjes brood) elfenbankjes, judasoren, champignons in allerlei soorten, stuifzwammen ,fluweelpootjes, vogelnestjes, slijmzwammen, etc. Aan de meeste hiervan heb ik al eens een column gewijd, dus die kunt u terug zoeken. Een familie die ik nog nooit behandeld heb zijn de melkzwammen. Dit zijn vaak grote opvallende, zwammen. Ik zag een paar mooie exemplaren in de net opgeknapte oever van de hoofdvaart pal naast de rotonde van de Kruisweg. Hun hoed was bijna 14 cm in doorsnede en had een stevige steel.
Bijzonder
De soort die ik daar zag was de bleke melkzwam. Deze soort lijkt redelijk op een grote champignonsoort, zoals de weidechampignon, maar champignons hebben een ring om de steel (velum) en hebben zwarte sporen. De Bleke melkzwam heeft net zo’n stevige steel maar geen velum en heeft witte sporen. Verder zijn de plaatjes onder de hoed veel groffer van bouw en verder uit elkaar geplaatst. Om helemaal zeker te zijn volstaat het om een stukje van de hoek in te drukken of af te breken. Dan produceren melkzwammen een melkachtig vocht. Zoals veel paddenstoelen is iig de hoed eetbaar, maar niet erg uitnodigend om op te eten: bitter met een scherpe bijsmaak.
Waar
De bleke melkzwam houdt van vrij zware grond. Het is ook een soort die met de wortels van bomen een symbiose aangaat De schimmel vormt zgn. myccorrhyza: schimmel/wortel verbindingen, waarbij de boom suikers levert en de schimmel mineralen. De bleke melkzwam doet dat het liefste met een beuk. In dit geval stonde hij bij een linde.