Over hommels zijn veel bijzonderheden te melden: De angel van de
hommel blijft niet achter na een steek zoals bij de honingbij. Een hommel
kan net als wespen de angel telkens opnieuw gebruiken. Hommels en
bijen zien kleuren anders dan de mens. Ze zien geen rode kleuren, maar
wel de kleuren in het ultraviolette deel van het licht. Veel zogenaamde
honingmerken in bloemen reflecteren UV-licht, waardoor ze voor
hommels goed zichtbaar zijn. Hommels, vooral de aardhommel, wordt
tegenwoordig ook gekweekt voor bestuiving van gewassen in kassen.
Hommels zijn goede bestuivers, omdat ze met de bovenkaken en
klauwtjes meeldraden kunnen vastpakken en m.b.v. de borstspieren
heen en weer kunnen schudden. Koekoekshommels hebben zelf geen
werksters en leiden een zwervend en parasiterend bestaan. Een
koekoekshommel lijkt op de hommelsoort waarbij ze haar eieren afzet,
maar is te herkennen doordat ze zenuwachtig vliegt , geen
stuifmeelkorfjes heeft en een glanzend achterlijf(foto). Zij bijt soms de
koningin dood, deponeert de eitjes in het bestaande nest en laat de
eieren en larven verder verzorgen door de aanwezige werksters. Ook
komt het voor dat ze ongemerkt het nest binnen sluipt en zich verstopt
tot ze de geur van het nest heeft aangenomen. Hommels hebben veel
vijanden. Insectenetende vogels b.v. Ook vlinders als de hommelnestmot
vormen een bedreiging omdat de larven de voedselvoorraad leegvreten.
Verder vreten insecteneters als veldmuizen en spitsmuizen hommelnesten
leeg. Andere vijanden zijn roofvliegen die een eitje in het achterlijf van
hommels brengen, waarna de larve de hommel van binnenuit leeg eet,
met als laatste het borststuk. Zo worden de vitale organen het langst
gespaard en blijft de hommel vers. Aaltjes kruipen in een koningin tijdens
haar winterslaap. Bacteriën kunnen voor diarree zorgen. Ook de mens
speelt een rol, door vervuiling, het gebruik van pesticiden en
landschapsvernietiging, en het voortijdig maaien van nectar- en
stuifmeelplanten.