In een jong stuk bos van Park21 kwam één van de vele fotografen (Marianne van der Linden) die dagelijks hun ogen en lens op alert hebben staan, deze fraaie zilvergrijze ridderzwammen tegen. Er zijn veel soorten ridderzwammen. In Nederland alleen al 55 soorten. Ze zijn er in alle soorten en maten: rode, oranje, witte, gele, paarse, glanzende, scherpe, stinkende, reuzen…en ga zo maar door. De meest intrigerende namen vond ik de blozende, de valse en de halsdoekridderzwam. Alle ridderzwammen zijn mycorrhiza-vormend. Dat zijn de meest sympathieke soorten die een symbiose hebben met bomen: hun schimmeldraden zijn verweven met de fijne wortels van bomen. Ze leveren mineralen aan de boom die de boom zelf niet kan vrijmaken en daarvoor terug krijgen ze suikers. De zilvergrijze ridderzwam leeft samen met eik, linde, beuk en populier. In de Haarlemmermeer is het meestal de populier. Andere soorten verteren dode biomassa of parasiteren op levende organismen, meestal bomen, maar het kan ook een rups of een mier zijn.
Bijzonder
Het kenmerk van alle ridderzwammen vind je onder de hoed waar de lamellen zitten met sporen. Bij de ridderzwam groeien die lamellen bij de steel samen tot een gootje. Ridderzwammen hebben een gedeukte hoed en geen vlies (velum) aan de steel. Sommige soorten zijn eetbaar, maar lang niet allemaal. De Zilvergrijze ridderzwam ruikt melig en smaakt zurig. Niet echt een aanrader dus. Bij aanraken en ook bij het ouder worden kleuren het vruchtvlees en de lamellen gelig. Andere ridderzwammen zoals de gele ridderzwam bevatten een vreemde stof. Die stof zorgt ervoor dat bij sommige mensen of condities de spieren oplossen en door de afvalstoffen daarvan kunnen de nieren verstoppen. Gek genoeg heeft een groot deel van de mensheid daar geen last van. Alleen sommigen. De natuur is en blijft een enigma.
Waar
De zilvergrijze ridderzwam komt voor in naald- en loofbossen, parken en wegbermen. De paddenstoelen zijn van juli tot ver in de herfst te vinden. De soort is niet bedreigd maar ook niet extreem algemeen.