De Heimanshof is een heemtuin waar we de inheemse flora (en
bijbehorende fauna) van heel Nederland proberen aanschouwelijk te
maken. Om die reden zijn we altijd bezig ontbrekende biotopen en
floristische elementen aan de tuin toe te voegen. Een van de grote
frustraties van alle beheerders sinds 1975 is dat we nog nooit de
aansprekende plant Maretak ´aan de praat hebben kunnen krijgen´. Deze
halfparasiet, die vooral voorkomt in kalkrijke gebieden, heeft zelf
bladgroen, maar tapt ook voedingsstoffen af uit zijn gastheer, meestal een
populier of vruchtboom. Talloze pogingen zijn ondernomen om zaden of
geënte exemplaren aan te laten slaan in de tuin. Tot dusver altijd
tevergeefs. Maretakken zijn vrij algemeen in Limburg en zuidelijker en
kunnen sporadisch door heel Nederland worden gevonden. In Utrecht
langs de A2 kan er 1 exemplaar worden waargenomen. In Noord-Holland
is de plant bijzonder zeldzaam. Daarom was mijn vreugde dan ook groot
toen ik in de Groene Weelde maar liefst 8 exemplaren bij elkaar aantrof
op populieren en wilgen. 3 exemplaren waren in puike conditie, waarvan 1
vrouwelijk exemplaar vol met bessen en 5 stuks leken het moeilijk te
hebben. De bloei vindt plaats in april/mei. Maretak is tweehuizig, d.w.z. er
bestaan vrouwelijke en mannelijke planten. De bessen blijven tot ver in de
voorjaar aan de plant.
Bijzonder
Maretakken groeien bijzonder langzaam en de Groene Weelde is nog maar
recentelijk aangelegd. De grootste planten (10-14 jaar oud) leken niet
veel ouder dan de bomen waarop zij groeiden (15- 20 jaar). Mogelijk zijn
de eerste exemplaren met plantmateriaal zijn meegekomen of anders
moeten de zaden met vogels van verre zijn aangevoerd. De vruchten zijn
bijna witte, iets doorzichtige bessen met een dunne schil die twee
afgeplatte, ovale zaadjes en zeer kleverig sap omhullen. Merels, maar
vooral lijsters eten deze zoete bessen. Dit is de eerst van 2 afleveringen
over de tot de verbeelding sprekende maretak, die nu ook de
Haarlemmermeer gevonden is.