Paddenstoelen zijn de voortplantingsorganen van een zwamvlok of
mycelium dat meestal verborgen ondergronds of in hout leeft. Omdat de
voornaamste functie van de paddenstoel is om sporen te vormen en te
verspreiden, verspillen een heleboel schimmelsoorten er niet te veel tijd
aan. Vele soorten paddenstoelen groeien bijzonder snel (uit de
ondergrondse reserves) en zijn ook al weer snel versnotterd of verdroogd.
Maar zoals altijd in de natuur, bestaan er talloze andere fascinerende
´strategieën´. Deze week wil ik uw aandacht vragen voor de trilzwammen´
aanpak´. Bij de natuurwerkzaamheden in de Groene Weelde kwamen we
onderop dode eikentakken prachtige gele klompjes geleiachtig materiaal
tegen. Deze geleiklompjes hebben op jonge leeftijd een heldergele of
oranje kleur en worden bij het ouder worden lichtgeel. Bij goed kijken
bestaan deze klompjes uit in elkaar gevlochten flapjes. Daarmee wordt
het oppervlak van de paddenstoel vergroot en daarmee ook de ruimte
voor sporenvormend materiaal.
Bijzonder
Bij nog beter kijken, blijken de gele trilzwammen niet de enige zwammen
op die takken te zijn. Bijna de hele onderkant was bedekt met een
korstvormige soort. Dat is bijzonder, want vaak koloniseert een soort
zwam een plek en laat dan geen andere soorten meer toe. De Gele
trilzwam is namelijk een parasitaire soort, die niet leeft op hout, maar van
deze korstzwammen. Trilzwammen zijn nauw verwant aan de bekende
judasoren, Beide kunnen jaarrond gevonden worden. Afhankelijk van de
weersomstandigheden kunnen ze tot harde korsten opdrogen of met
regen weer opzwellen. Zodra ze opzwellen gaan de onderbroken
levensfuncties, zoals sporenvorming weer door.
Waar
De gele trilzwam leeft van schorszwammen (Peniophora), die dode
loofboomtakken verteren. Vaak zitten deze takken nog aan de boom. Ze
komen jaarrond voor en zijn niet zeldzaam. Wereldwijd komen er zo´n 500
soorten trilzwammen voor. De meeste in de tropen. In Nederland zijn 10
soorten trilzwammen gevonden.