Lieveheersbeestjes zijn zeer bekende en ook wel gewaardeerde insectensoorten. In Nederland komen een zestigtal soorten voor, die lang
niet allemaal rood met zwarte stippen zijn. De grootte van de Nederlandse
soorten ligt tussen 2 en 10 mm. De kevers en de larven zijn meestal
roofdieren, die vooral leven van bladluizen, maar er zijn ook
lieveheersbeestjes met een plantaardig dieet. Een van die vegetarische
lieveheersbeestjes is het citroenlieveheersbeestje of 22-stippelig
lieveheersbeestje. Dit kleine kevertje wordt 3 tot 4,5 mm lang. In
tegenstelling tot de bekende rode lieveheersbeestjes leeft deze soort als
volwassen insect niet van bladluizen maar van een schimmelsoort
genaamd meeldauw. Meeldauw is een beruchte plantenschimmel. Behalve
dat het citroenlieveheersbeestje deze schimmels onschadelijk maakt
draagt hij ook bij aan de verspreiding daarvan. Het
citroenlieveheersbeestje dankt zijn naam aan zijn gele kleur, en heeft 22
kleine, ronde zwarte stippen op de dekschilden, het halsschild en de kop.
Ook de larve en de pop hebben dezelfde kleuren. Ook de larve leeft van
meeldauw. Omdat deze niet kan vliegen draagt de larve veel minder bij
aan de verspreiding.
Bijzonder
Als je een lieveheersbeestje plaagt door zachtjes op hem te drukken dan
produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet ´reflexbloeden´. De
vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij een pootgewricht, heeft
een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een lieveheersbeestje
oppakken, proeven dit bloed en laten hem dan soms snel vallen. De felle
kleur van lieveheersbeestjes is dan ook te beschouwen als een
waarschuwing. Dit zie je vaak bij insecten of andere dieren met een
giftige of vieze smaak. De vieze smaak wordt veroorzaakt door een stof
die per soort verschilt.
Waar
Het citroenlieveheersbeestje heeft een voorkeur voor bosranden en
houtwallen. Het is een vrij algemene soort in heel Europa. Door zijn kleine
postuur wordt hij vaak over het hoofd gezien.