Veel mensen gaan naar verre landen om daar te snorkelen en het
onderwater leven te bekijken. Maar ook in Nederland is het (als je de
goede plekken weet) zeer de moeite waard om eens onder water te gaan
kijken. Zie op de illustratie, hoe mooi het is om te midden van een school
halfwas baarzen in de Toolenburgse plas te zwemmen. Ze hebben rode
vinnen, zwarte camouflage strepen op hun zijden en stekels in hun
voorste rugvin. Een baars kan in 16 jaar 50 cm lang en 3 kg zwaar
worden. Baarzen paaien van maart tot juni in zeer ondiep water, soms al
als het water nog maar 7-8 graden is; een vrouwtje legt soms wel
200.000 eieren in lange netvormige linten.
De baars is één van de eerste vissen die nieuw aangelegde wateren
koloniseert. Ze leven in scholen en jagen ook samen. Hoe kleiner de
baarzen, hoe groter de school en reuzenbaarzen zijn vaak verstokte
eenlingen. De baars is ondanks zijn stekels een gewilde prooi van de
snoek. Net als snoeken staan ze bekend om kannibalisme. In de zomer
komen vaak grote scholen met jonge baars voor die voor hun wat oudere
soortgenoten een gewilde prooi vormen. Ze eten graag kleine visjes,
kreeftachtigen, zoetwatergarnalen, allerlei soorten larven en
regenwormen.
Bijzonder
Baarzen zijn lekker en in de meeste Europese landen wordt vrij veel baars
gegeten. Jaarlijks wordt in Europa 30.000.000 kg baars gevangen voor
consumptie. Ook in Nederland vangt men nog baarzen met commerciële
doeleinden, vooral in het IJsselmeer. Dat er in Nederland weinig of geen
baars gegeten wordt, komt door de overtuiging dat de baars ongeschikt
is voor consumptie omdat onze wateren te vuil zijn en doordat hij teveel
graten zou bevatten.
Waar
De baars leeft in bijna heel Europa en Noord-Azië. Hij komt voor in meren,
plassen, moerasland, rivieren en brakwater. De baars is een zichtjager en
heeft dus helder water nodig. Ze houden van een steenachtige bodem en
zoeken vaak rietkragen en overhangende struiken op. In de
Haarlemmermeer is de baars algemeen.