Het is volop kastanjetijd. Onze gewone kastanje heet eigenlijk paardenkastanje. Zo’n
boom kan 20 tot 25 m hoog worden en 200- 400 jaar oud. Er bestaat een rode en
een witte soort, waarvan de witte veel algemener is. De latijnse geslachtsnaam
′Aesculus′ betekent "Eik met eetbare eikels", maar eigenlijk zijn kastanjes niet echt
eetbaar, door het hoge tanninegehalte, behalve voor geiten en varkens. De
soortnaam ′hippocastanum′ slaat op het feit dat de kastanjes aan paarden werden
gegeven om ze van hoest te genezen.
Op dit moment zijn de knoppen voor volgend jaar al aangemaakt. In zo’n knop wordt
het tere weefsel van nieuwe bloemen en bladeren met een wollig dons tegen kou en
vocht beschermd. Het hout van de paardenkastanje is licht en niet duurzaam, net
zoals de wilg. Duurzaam kastanjehout komt van de tamme kastanje, die ook de
eetbare kastanjes levert.
Bijzonder
Sinds ongeveer 1995 hebben kastanjebomen veel last van vroeg bruin wordend blad.
Dit wordt veroorzaakt door mineermotjes die grote aantallen eitjes op de bladeren
leggen. Daaruit ontwikkelen zich piepkleine larfjes, die leven van de bladgroenkorrels
tussen de onder- en bovenkant van het blad. De kastanjemineermot komt uit
Roemenië, Bulgarije en Hongarije. Door de eenwording van Europa zijn deze motjes
met opkomend vrachtverkeer meegelift naar West-Europa. Hoewel het bruine blad
niet mooi is, gaan er zelden bomen door dood.
In 2002 werd voor het eerst in Nederland en wel in de Haarlemmermeer, een nieuwe
ziekte op de kastanje geconstateerd, waaraan de bomen wel kunnen doodgaan.
Deze ziekte wordt voorlopig de bloedingsziekte genoemd. Op de bast van de boom
ontstaan roestbruine, vochtige plekken, die gaan bloeden met een dikke bruinrode
vloeistof. De ziekte heeft zich inmiddels over het gehele land verspreid. Ruim 30 %
van de bomen heeft deze ziekte inmiddels. Het lijkt er steeds meer op dat een vorm
van bacteriekanker de oorzaak is. Tegen deze ziekte is door een Nederlands bedrijf
een middel ontwikkeld, maar resultaten zijn nog niet beschikbaar.
Waar
De paardenkastanje komt in ongeveer 20 soorten op het Noordelijk halfrond voor,
voornamelijk in N-Amerika,en van ZO-Europa tot China en Japan. Pas in de 17e
eeuw is de boom ingevoerd in Nederland om landgoederen te verfraaie