In het voorjaar kleuren veel bermen geel. Veel mensen denken dat dit allemaal koolzaad is maar dat is niet het geval. Koolzaad heeft gladde blauwgroene bladeren en in de bermen in de Haarlemmermeer staat veel meer zwarte mosterd of herik. Dat is een gele bloeier met ruwe donkergroene bladeren. En ja: uit de zaden van deze plant kan mosterd bereid worden. Leuker nog: alle onderdelen van de plant bevatten mosterd, ook de bloemen. Lekker en mooi om in salades te verwerken. Er staat genoeg in deze tijd van het jaar. Er zijn ook vrij zeldzame soorten en dat brengt ons bij Barbarakruid. Dat kom je ook hier en daar tegen. Barbarakruid domineert niet vaak in de bermen want daar is de competitie met grassen te groot. Barbarakruid is meer een pionierssoort van verstoorde voedselrijke plekken zoals de composthoop op de foto. Barbarakruid heeft glanzend groene bladeren die bijna tot aan de nerf ingesneden zijn tot dunne slippen met een kenmerkend groot eindblad.
Bijzonder
De gele koolzaadachtigen horen bij de familie van de kruisbloemen. Dat zijn belangrijke nectarplanten voor alle insecten en voor de koolwitjes zijn het, net als de kolen, ook waardplanten voor hun rupsen. In de vroege Middeleeuwen werd alles in de natuur gerelateerd aan de kerk. Zo heb je Judaspenning (naar de zaden die doen denken aan zilverlingen) en Christoffelkruid. Barbarakruid werd vernoemd naar de heilige Barbara. Deze Barbara werd heilig verklaard omdat ze zich tegen de wil van haar vader tot het Christendom bekeerde en daarom vermoord werd. Er bestaan op het noordelijk halfrond ca 22 Barbarkruidsoorten. Barbarakruid is net als alle kolen een soort met een tweejarige cyclus. In het eerste jaar en de winter maakt het een wortelrozet waarmee het de concurrentie wegdrukt. In het 2e jaar gaat de plant de hoogte in en bloeien. In de winter kan Barbarakruid of winterkers geoogst en gegeten worden. Het heeft een scherpe smaak omdat het ook mosterdolie bevat. Het is dus een pittig plantje genoemd naar een pittige dame.
Waar
Verstoorde voedselrijke plekken.