Met een pantser van ruim 7 cm en zijn lange poten is de wolhandkrab een opvallende verschijning. Het meest opvallend zijn de met een soort vacht beklede scharen,
waaraan hij zijn naam dankt. Bij de vrouwtjes en bij jonge dieren is de beharing
minder dan bij volwassen mannetjes. Overdag verblijven ze in zelf gemaakte holen
die ze in oevers uitgraven en ′s nachts trekken ze er op uit om voedsel te zoeken. De
wolhandkrab leeft een groot gedeelte van zijn leven in zoet water. Als ze volwassen
zijn (na ca. 3 jaar)gaan ze terug naar de zee om te paren en eieren te leggen. In het
voorjaar trekken kleine krabbetjes van het brakke milieu naar het zoete water.
Bijzonder
De wolhandkrab is gespecialiseerd in het opsporen van gewonde dieren. Soms wordt
een krab gevangen door vissers die met levende visjes vissen.
In het najaar trekken volwassen dieren richting zee. De trek van de wolhandkrab kan
spectaculair zijn omdat de krabben soms massaal uit het water komen om barrières
als sluizen en kades te passeren. In 1982 overspoelden ze Heemstede op weg naar
zee en veroorzaakten veel onrust. Wolhandkrabben kunnen 8 tot 12 km per nacht
afleggen.
Tegenwoordig worden de krabben niet meer gezien als overlast maar als welkome
bijvangst voor de palingvissers. Die kunnen de wolhandkrabben verkopen aan
Chinese restaurants of exporteren naar China.
Waar
Oorspronkelijk komt de wolhandkrab uit China. Begin vorige eeuw (rond 1912) is het
dier uitgezet in de rivier de Elbe in Duitsland. Van daaruit heeft de soort zich over
heel Europa verspreid.
In heel Nederland zijn de wolhandkrabben algemeen in brak en zoet water (grote
rivieren, kanalen, overige wateren met verbinding naar zee) In de Haarlemmermeer
komen ze massaal voor in de ringvaart. Voor waarnemingen uit te polder zelf,
houden we ons aanbevolen.