Oranjetipje

Er zijn 1000 niveaus waarop je de natuur kunt observeren. Sommige mensen zien groen überhaupt niet. Een niveau verder is er een categorie die alles wat groen is, beschouwd als een speel- of picknickplek. Die zien tot ons verdriet geen verschil tussen een gazon en een klaprozenveld. Hoe beter je kijkt, luistert, ruikt en proeft, hoe interessanter het wordt. Nog weer een niveau dieper is als je je bewust wordt dat er de permanente cyclus van verandering in de natuur. Daar is zelf een hele wetenschap aan gewijd: de fenologie. Als je goed oplet ,zie je de interacties tussen planten die nectar en stuifmeel leveren en insecten die daarvan profiteren en in dank daarvoor de bevruchting  uitvoeren en daarna dat er zaden gemaakt worden voor meestal vogels die deze verspreiden. In deze tijd van het jaar zijn de laatste overwinteraars zoals koekoeken boomvalk aangekomen. Bij de insecten is recentelijk het Oranjetipje uit zijn winterslaap gekomen.

 Bijzonder

Meestal komt het Oranjetipje, waarvan alleen het mannetje de oranje vleugeltippen heeft, rond koningsdag te voorschijn. Het is een soort uit de koolwitjesfamilie. Maar waar de meeste koolwitjes rupsen van koolsoorten eten, prefereert het oranjetipje andere kruisbloemigen. Zijn voorkeur gaat uit naar pinksterbloemen en look zonder look. Per plant zet het vrouwtje maar 1 ei af en ook een geur waardoor andere vrouwtjes die plant mijden, want de rups leeft kieskeurig vooral van de bloemen en de zaden. Op dit moment worden die zaden gevormd en eten de rupsen zich rond. Na een week of wat is het groeien gedaan en gaan de rupsen over in popstadium. Die pop blijft dan verstart zitten tot volgend jaar april/mei. Het grootste deel van zijn leven brengt het Oranjetipje dus in verstarde toestand door als pop.

Waar

Het oranjetipje  is geen algemene maar ook geen zeldzame soort. Door zijn voorkeur voor pinksterbloem heeft hij een voorkeur voor vochtige bloemrijke graslanden. Voor deze mooie soort is het een ramp als deze  graslanden al mei of juni gemaaid worden.