Op deze laatste dag van maart is het toepasselijk om een keer het Maarts viooltje te behandelen. Deze soort heet ook wel welriekend viooltje of bos viooltje. Het is een van de eerste bloeiende planten in het voorjaar met diep paarse bloemen. Van oorsprong komt het vooral in humus rijke beek en sloot kanten voor. Maar aan de stedelijke omgeving heeft deze soort zich ook prima aangepast. Op dit moment kom je hem overal tegen onder heggen en tussen trottoir tegels. In en om mijn huis in het oude buurtje vond ik deze soort op minstens 20 plekken.
Bijzonder
Het maarts viooltje is een van de 12 soorten wilde viooltjes die in Nederland voorkomen. Wereldwijd zijn er ca 400 soorten, waaronder ook boomvormige soorten. De bloemen worden veel door de bladeren afgeschermd, maar insecten vinden ze alsnog door de sterke geur. Viooltjes bloemen hebben een speciale vorm met een honing spoor dat ver naar achter wijst waardoor vooral vroege vlindersoorten met een lange tong bij de nectar kunnen komen. Het op de bestuivers aanwezige stuifmeel van andere bloemen wordt daarbij eerst met een speciale haak afgestreken voor het eigen stuifmeel afgegeven wordt. Zo wordt zelf bestuiving voorkomen. Behalve de zichtbare bloemen maakt het maarts viooltje ook bloemen diep onder zijn balderen die zelfs niet open gaan. In deze bloemen vindt wel zelfbestuiving plaats. Het maarts viooltje kan dus op 2 manieren zaad vormen. De zelf bestuivende bloemen heten cleistogaam. Zowel de bladeren als de bloemen zijn eetbaar en worden gebruikt in salades. De olie uit bloemen kan gebruikt worden als parfum.
Waar
Maarts viooltje is inheems in Noord Afrika, westelijk Azie en vrijwel geheel Europa. Maarts viooltjes komen in heggen, bossen en aan beschaduwde beek- en slootkanten op wat rijkere gronden voor. Op armere zandgronden komt de soort in beekdalen voor. Het Maarts viooltje is een oude sierplant. De vorm met witte bloemen is zeldzaam en komt in cultuur juist meer voor.