Onder veel eiken regent het dezer dagen knoppergallen ( foto) , die massaal vallen. In de Heimanshof onder 3 grote bomen, kruiwagens vol. Knoppergallen ontstaan uit eikels. Die eikels wordt door een klein wespje (zie inzet) ingespoten met een stof die de eikels aanzet tot woekeren. En die woekering lijkt op een ouderwetse Duitse muts die Knoppe werd genoemd (foto). Vandaar de naam knoppergal. De knoppergal is niet de enige soort gal. Niet op de eik, want er zijn wel 40 soorten gallen bekend, die op eiken groeien. En in totaal zijn er wel 1400 soorten gallen bekend in Nederland. Daarmee heeft bijna elke soort plant of boom wel een of meer galwespen als parasiet. De eik is met stip favoriet. Dat komt omdat de eik lang doorgroeit in het jaar. En dat is gunstig voor de ontwikkeling van de galwesplarfjes.
Bijzonder
Het verschijnsel gallen is een van de succesverhalen van de evolutie. Ooit, 1 of meer miljoen jaar geleden is er eens een wespje geweest die ontdekte dat het stofje waar mee hij zich beschermde (ook wij krijgen een bultje als een gewone wesp ons steekt) leek op een planten hormoon, die die plant aanzette tot woekeren. En de buitenkant van die woekering was hard en daarmee een zeer goede bescherming tegen rovers en de binnenkant was zacht en voedzaam voor de larve. Voel maar eens aan een verse knoppergal die op de grond gevallen is. Die is kleverig van het suikerhoudende sap wat er uitloopt. Ook die larve maakt dat stofje zodat de gal doorgroeit op bestelling, zolang de larve leeft. En als er eenmaal (toevallig) zo’n gouden greep is gemaakt, duurt het niet lang voordat zich van de wespjes ook gaan specialiseren op ander soorten planten. En zo krijg ze duizenden verwante soorten.
Waar
Knoppergallen kunnen op vele zomer- en winter eiken worden aan getroffen. Deze wespjes hebben een complexe levenscyclus waar ook de Turkse of moseik een rol in speelt. Die moet dus ook ergens in de buurt staan. En dat is in De Heimanshof het geval.