De Vlaamse gaai is een vogel die het goed doet in de stedelijke omgeving. Oorspronkelijk was het een schuwe bosvogel net als de merel.
Het is een zeer alert dier, waarvan het waarschuwingsroep voor alle dieren in het bos een signaal is om op te passen. Een streek naam is dan ook de schreeuwekster. De naam Vlaamse gaai is wellicht een verbastering van de Franse benaming: gai flamant ( Gaai met de vlammende kleuren). De vogel is nl ook mooi gekleurd ( zie foto). Met name de blauwe veertjes op de vleugels zijn geliefd bij jagers als ornament op hun hoed of pet.
De Gaai is een alleseter: insecten, knoppen, eieren, slakken, noten, vruchten, etc. Er bestaan meer dan 40 ondersoorten van de Vlaamse Gaai. In Nederland is het een standvogel, maar uit noordelijke gebieden komen in de herfst en winter trekvogels bij ons overwinteren.
Bijzonder
De Vlaamse Gaai heeft het vermogen om veel verschillende geluiden voort te brengen. Naast de krassnede waarschuwingsroep ook totaal onverwachte geluiden. De soort heef een zeer sterke snavel. Daarmee kan hij ook noten en eikels openhakken. Eikels vormen in hersft en winter een hoofdbestanddeel van zijn menu. Zodra in deze tijd de eikenbomen eikels beginnen te produceren breekt er voor de Gaai een drukke tijd aan. Behalve het eten van vele eikels verzamelt hij tot 9 eikels in zijn keelzak, die hij overal en nergens op zachte grond( dus liefst in gespitte tuinen en akkers ) in de grond stopt al wintervoorraad. Een deel van de eikels die hij vergeet ontkiemen tot een boom. Daarmee is de Vlaamse gaai een belangrijke bos bouwer uit de natuur en de voornaamste verspreider van de eik.
Waar
De Vlaamse gaai en een vogel die bos en tuinen als leefgebied prefereert en zich steeds meer aan de menselijke omgeving (steden en recreatie gebieden) aanpast. In Nederland zijn er meer dan 50.00 broed paren end e soort neemt toe. Wereld wijd komt de soort in heel Eurazië voor in beboste gebieden buiten de pool gebieden en de woestijnen.