Deze week waren we ergens aan het werk in een bos met een dikke strooisel laag, toen we overal vuistgrote glibberige bollen aantroffen.
Wat die bollen waren, ontdekten we pas toen we iets verderop door een penetrante aasgeur een grote stinkzwam ontdekten. Deze nog ‘maagdelijke’ paddenstoel was uit een dergelijke bol gegroeid (foto). Een dergelijke ontwikkeling tot een 20cm hoge paddenstoel gaat in een paar uur. Het doorbreken van de bol doet de paddenstoel met een soort eitand op een ring rond een opening aan de top. Zowel de vreemde glibberigheid van de bol als de razendsnelle groei heeft mensen geïntrigeerd en daarom heeft deze bol de naam duivels ei of heksen ei gekregen. Allerlei andere opvallende organismen werden met een zelfde mix van ontzag en wantrouwen bekeken: duivelsnaaigaren, heksenkruid en heksenboter zijn daar voorbeelden van.
Bijzonder
De grote stinkzwam vermenigvuldigt zich net als ander paddenstoelen met sporen. Er zijn in de loop van de evolutie honderden manieren ontstaan om deze sporen effectief te produceren en te verspreiden. De meeste paddenstoelen doen dat door er enorme hoeveelheid van te produceren die met de wind meegevoerd worden. De stuifzwammen en met name de reuzenstuifzwam of reuzenbovist zijn daar het schoolvoorbeeld van. De stinkzwammen hebben dat slimmer aangepakt. De aasgeur die ze verspreiden, trekt vliegen een aaskevers aan die de kleverige sporen aan hun poten mee krijgen om ze vervolgens overal heen te brengen. Dat gaat zeer efficiënt. Op de foto is deze glanzende grijze sporenmassa ook goed te zien. Binnen 3 uur was de gehele grijs gekleurde sporenmassa ‘op transport’ en bleef er een kale witte paddenstoel over, die op een morielje lijkt. Net als de meeste morieljes is deze paddenstoel als jong exemplaar eetbaar, hoewel de geur die hij om zich heen heeft, daar niet echt tot uitnodigt.
Waar
De grote stinkzwam houdt van zandige losse bodems met een dikke humus en stooisellaag en is vrij algemeen voorkomend.