Ossentong is een plantensoort uit de familie van de ruwbladigen. D.w.z.
alle leden van deze familie zijn dicht bezet met haartjes die niet zacht
aanvoelen. De bekende vertegenwoordigers van deze familie zijn
smeerwortel en longkruid. Minder bekende leden zijn kromhals,
slangenkruid en hondstong. Alle leden van deze familie hebben medicinale
of andere toepassingen en zo ook ossentong. Een van de vele
toepassingen was als middel tegen huidziektes, vanwege de
kleurovereenkomst van het blad met een ge�rriteerde huid. Dit werd
gedaan vanuit de Middeleeuwse signatuurleer die stelde dat een plant een
werking heeft op het orgaan waar het op lijkt. Ook werd ossentong
gebruikt om de stoelgang te bevorderen, tegen aften, etc,. Insecten
bezoeken de bloemen graag tijdens de bloei van mei tot in de herfst. De
diepblauwe of paarse bloemen staan in ruige hoofdjes en zijn
samengesteld uit vele bloempjes, die schichten genoemd worden. (zie
foto)
Bijzonder
De naam ossentong in alle Europese talen komt door de (door onze
voorouders ervaren) treffende gelijkenis met de tong van een os. De
lange vlezige wortels leveren een helder rode kleurstof, en daarmee was
de gewone ossentong vroeger een populaire verfplant.
De bloemen van ossentong hebben een ingenieus sluit systeem met
schubben die regen en ongewenste insecten tegenhoud en gewenste
bestuivers zoals bijen en vlinders zo binnenlaat dat kruisbestuiving bijna
altijd verzekerd is. En als er geen insectenbezoek plaatsvindt, verdrogen
de helmknoppen zo, dat alsnog zelfbestuiving plaatsvindt als
noodoplossing.
Waar
Gewone ossentong is een soort van duinen en stuifduinen, droge, zandige
bewegelijke bodems. De soort wordt dan ook vooral gevonden in de
Noord-Hollandse duinen en op rivierduinen langs de grote rivieren. Elders
is de soort vrij tot zeer zeldzaam. Dat gewone ossentong in enig tientallen
exemplaren op een zandige dijk bij de Liede voorkomt is daarom bijzonder
en een aanwinst voor onze polder.