Libellen komen in Nederland voor in 3 types. De kleinste soorten heten
waterjuffers en vouwen hun vleugels in rust boven hun lijf. De
middelgrote soorten zijn ca 4-5 cm lang en houden hun vleugels breed
uitgestrekt. De grootste soorten zijn vaak 6-8 cm lang en worden
glazenmakers genoemd omdat ze deden denken aan glazenmakers uit
vroeger tijden. Deze droegen glas in een raamwerk van latten op de rug
waardoor het wel vleugels leken. Alle libellen zijn een wonder van
esthetische schoonheid. Voor de leek zijn ze niet allemaal makkelijk te
onderscheiden. Maar dat geldt niet voor de soort van deze week. In de
Haarlemmermeer komt maar 1 bruine glazenmaker voor (terwijl er 4-5
groene en blauwe soorten zijn). Op 20 m afstand is deze soort te
herkennen. En zijn prachtige groene ogen zijn een extra toegift als je hem
ergens zittend vindt. De vroege glazenmaker heet zo, omdat hij als eerste
van de glazenmakers volwassen wordt en rondvliegt. Vaak al in mei. En
hij vliegt tot ver in juli.
Bijzonder
De vroege glazenmaker leeft het grootste deel van zijn leven als larve
onder water. Veel libellen overwinteren als ei en het ei komt pas uit in het
voorjaar. Bij de vroege glazenmaker komt het ei onmiddellijk uit en de
larve overwintert. Daarom kan deze soort ook eerder in het jaar
volwassen worden dan andere soorten. Zowel de larven als de volwassen
libellen zijn jagers. Libellenlarven zijn echte onderwaterdieren die zuurstof
uit het water kunnen opnemen. Ze vangen prooien groter dan zichzelf met
razendsnel uitklapbare kaken. Volwassen libellen leven een paar weken
om zich voort te planten en vangen prooien als muggen en vlinders.
Waar
De vroege glazenmaker is een soort van vooral West-Nederland. Hij houdt
van sloten en poeltjes met voedselrijk water die dicht met vegetatie
omzoomt zijn, zoals die veel in veengebieden te vinden zijn. Maar ook in
De Heimanshof, langs de Geniedijk en bij natuurvriendelijke oevers is dit
een soort die vaak aan te treffen is.