Er staan in de Haarlemmermeer verschillende ooievaarspalen: b.v. bij fort
Aalsmeer en bij gemaal Buitenkaag, maar gebroed wordt er in onze polder
nog niet. Wellicht duurt dat niet meer zo lang, want het gaat goed met de
ooievaarsstand in Nederland. En één van die paren broedt al een jaar of
wat op 50m van de Haarlemmermeer in Bennenbroek. In de
Haarlemmermeer tegenover het nest zijn de afgelopen weken t.b.v. de
bollenteelt een aantal percelen land onder water gezet. Dit soort ondiepe
waterpartijen trekken als een magneet allerlei soorten vogels aan,
waaronder maar liefst 10 ooievaars.
Bijzonder
De Nederlandse ooievaars waren trekvogels, die overwinterden in Zuid-
Afrika en daarbij aan veel gevaren bloot stonden. Ook chemische
bestrijding en nattere zomers hebben het aantal grote insecten sterk doen
afnemen en het voedsel voor de ooievaars beperkt. Dat er nog steeds
ooievaars zijn, is te danken aan Vogelbescherming Nederland, dat in 1969
het ooievaarsdorp "Het Liesveld" oprichtte. Hier werden ooievaars in
gevangenschap gehouden, die minder ver in West-Afrika overwinterden.
Succesvolle broedparen werden uitgezet en de jongen die ze daar kregen
werden volledig in vrijheid gelaten. Er vliegen nu weer meer dan 300
broedparen vrij rond en er wordt niet meer gefokt. De ooievaar is nog wel
een rode lijst soort. Een deel van deze vogels overwintert in Nederland en
een deel heeft zijn natuurlijke trek hervat. Voor de reis naar het zuiden
moet flink gebunkerd worden. Iemand zag eens een ooievaar binnen een
uur 44 muizen, 2 ratten en 1 kikvors verorberen. Voor de terugreis van
10000 km naar het noorden vormen sprinkhanen(plagen) vaak de
brandstof.
Waar
In zijn broedgebied leeft de Europese ooievaar van veldmuizen, mollen,
kevers, sprinkhanen en andere grote insecten in rijke, bultige graslanden
met poelen en sloten. Vooral in Oost-Europa met minder gerationaliseerde
landbouw zijn nog veel ooievaars. Elk najaar rekken over de Bosporus nog
ca. 500.000 ooievaars naar Afrika.