Naar aanleiding van de column over de kleine wilde zwaan, kwamen er
meer meldingen over zwanen. Zwarte zwanen zwommen in de
Hoofdvaart bij Abbenes, in de Toolenburgse plas en bij Schiphol-Rijk en in
de sneeuw bij de Boseilanden was een hele familiegroep wilde zwanen,
bestaande uit een tiental volwassen en jonge exemplaren neergestreken
(zie foto).En ook vloog er één zoekend over de Heimanshof. De kleine
zwaan en de wilde zwaan hebben beide geel op de snavel. Bij de wilde
zwaan is het geel veel prominenter en de soort is bijna zo goot als een
knobbelzwaan. De wilde zwaan eet vrijwel uitsluitend waterplanten. In de
winter eet hij ook knollen, gevallen en ontkiemend graan en ander
plantaardig materiaal.
Bijzonder
Van de zwanen die in het wild voorkomen is dit de minst algemene soort
in Nederland. 1500 exemplaren in een winter is al vrij veel. Een stuk
minder talrijk dan de kleine zwaan dus. Ook de wilde zwaan is een echte
wintergast die afwezig is van mei tot en met september. In het Frans heet
de wilde zwaan zingende zwaan om de luide trompetachtige geluiden die
hij vooral tijdens de vlucht maakt. Naast het trompetgeluid kan de wilde
zwaan ook vliegend van de knobbelzwaan worden onderscheiden. Zijn
vleugelslag maakt itt die van de knobbelzwaan geen fluitend geluid en zijn
nek blijft helemaal recht i.p.v. de sierlijke bocht waarin de knobbelzwaan
hem houdt.
Waar
Wilde zwanen broeden langs poelen op toendra´s, in veenmoerassen en bij
kleine meren in afgelegen gebieden in Scandinavië en het noorden van
Rusland en Siberië. In het najaar trekken wilde zwanen naar het zuiden
om te overwinteren op de weiden en in plassen. De broedgebieden van de
wilde zwaan liggen dichterbij dan die van de kleine zwaan. In zuid Zweden
broeden ze al. Maar de meeste broeden in Noord Rusland, Siberië en
IJsland. Het lijkt erop dat de Wilde zwanen die op IJsland broeden niet in
Nederland overwinteren. De vogels die in Nederland overwinteren komen
dus van Scandinavië en Rusland.