Deze week viel de keus op de bosandoorn omdat we bezig zijn met een de aanleg van een kloostertuin met keuken-,verf- en vooral medicinale kruiden. Daarbij blijkt al gauw dat bijna alle plantensoorten medicinale eigenschappen hebben. De meeste stofjes met medicinale toepassingen zijn het gevolg van de evolutionaire druk om niet aantrekkelijk te zijn om opgegeten te worden door rupsen, kevers, etc. Een bekend stofje die voor insecten niet lekker lijkt te zijn is de citroengeur. Dat heeft citroenmelisse, citroengras en citroenverbena opgeleverd. En ook naar citroen ruikende anti muggen olies en – kaarsen gebruiken dat principe. Op dezelfde manier werken de muntsoorten en uien. Dit zijn voorbeelden van stofjes die wij al mensen juist wel lekker vinden. De bosandoorn is een soort waarbij je je ook als mens goed voor kan stellen dat dieren een aversie voelen bij de ‘consumptie’ van een plant. De geur van bosandoorn is muf, onprettig en doordringend.
Bijzonder
Maar als je bij medicinale bijwerkingen zoekt bij de bosandoorn vind je al heel gauw dat extracten van deze soort ontstekingsremmende eigenschappen hebben en helpen bij hoest. Ze helpen ook bij pijnbestrijding en reumatische klachten. Die eigenschappen zijn toe te schijven aan vooral de etherische oliën. In het Engels heet deze plant Hege Woundwort. Hij staat nl graag in de schaduw van heggen en werd gebruikt om wonden en bloedingen te behandelen als zalfje. Onze voorouders en later de kloosterlingen wisten die eigenschappen op waarde te schatten. Tegenwoordig is die kennis grotendeels verloren gegaan. Vandaar de kloostertuin die we maken. Veel van de medicijnen die we nu in een potje, zalfje of als poeder kopen zijn een nagemaakte versie van de actieve stoffen uit de natuur. Buiten staan ze gratis voor het oprapen maar in een potje is het een model om geld verdienen.
Waar
Bosandoorn is een algemene soort van ondergroei van bossen in de half schaduw. Als hij ergens is aangeslagen, vermeerdert hij zich met wortelstokken die hele matten vormen.