Iedereen kent de fazant. Die is heel algemeen in heel Nederland. Je ziet hem overal in landerijen en parken, waarbij met name de mannetjes opvallen. Niet iedereen weet dat de fazant door de Romeinen geïntroduceerd is. Mag je zo’n soort die hier al meer 1500 jaar voorkomt nog wel een exoot noemen? Na de introductie door de Romeinen kregen meer mensen de smaak te pakken. Voor de jacht is de fazant veel gefokt en uitgezet. De fazantenhaan is polygaam en houdt er tot 6 vrouwtjes op na. Er bestaan wel 30 ondersoorten van de fazant. Door die kweek met allerlei ondersoorten is de populatie die in Nederland rondloopt een ondefinieerbare mix daarvan. Hoewel het sinds enige tijd verboden is om de fazant te fokken en uit te zetten voor de jacht, gebeurt dat nog wel.

 Bijzonder

De fazant plant zich heel makkelijk voort, net als kippen. Het is een alleseter die zaden, bessen en knoppen zoekt, maar ook aas en hij vangt muizen, insecten en andere kleine dieren en op akkers natuurlijk oogstresten zoals granen. Het mannetje is uitbundig gekleurd(foto). Het vrouwtje en de jongen hebben een bruine schutkleur. Het mannetje is ook wel 25% groter dan een vrouwtje. Een legsel kan 10 tot 14 eieren bevatten en de jongen zijn meteen vlieg vlug en zoeken hun eigen eten. Het zijn nestvlieders, in tegenstelling tot kuikens van zangvogels die weken gevoerd worden en bloot uit het ei komen. Ze kunnen binnen een paar dagen ook al een paar meter vliegen. De fazant vertrouwt lang op zijn schutkleur. Als het gevaar te groot wordt vliegt hij als een kanonskogel weg.

 Waar

Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de fazant is het Verre Oosten en Centraal Azië. Zijn voorkeursbiotoop bestaat uit laagland loofbos met open plekken. Hij houdt van gematigde temperaturen. In Europa komt hij overal voor behalve in het hoge koude noorden en het warmste zuiden. Ook in de Haarlemmermeer. De fazant is een standvogel die onder Nederlandse omstandigheden niet weg trekt.