Afgelopen week is de herfst flink losgebarsten met lage temperaturen en veel regen en wind. Met de enorme hoeveelheid biomassa die afgelopen zomerweer is opgehoopt grijpen de paddenstoelen weer hun kans en dat zijn vooral de saprotrofe soorten. Saprotroof betekent dat ze groeien op dode biomassa. Paddenstoelen zijn één van de grootste omzetters van die dode biomassa naar basale nutriënten zoals fosfaten, nitraten en humus waarop volgend jaar de groeicyclus weer opnieuw kan beginnen. In die schimmelige wereld hebben we inmiddels meer dan 6000 soorten weten te onderscheiden. Sinds de mycologische vereniging in de vorige eeuw is opgericht zijn er meer dan 3000 nieuwe soorten ontdekt en beschreven. Zoals overal in de natuur kun je generalisten en specialisten onderscheiden. Generalistische zwammen verteren alle soorten hout en biomassa maar bij specialistische soorten wordt het pas echt leuk. Zo heb je soorten die alleen op beuken groeien, soorten die specifiek 1 soort insect infecteren, soorten die weer parasiteren op een andere soort schimmel die het eigenlijke zware werk doet en ga zomaar door. Er komt geen einde aan wat er mogelijk is: zelfs vreemder dan je in je stoutste fantasieën zou kunnen bedenken. Dat maakt natuur en in de natuur rondstruinen juist zo leuk. Eén van die super specialiteiten is de dennenappelmycena.
Bijzonder
Mycena’s zijn veel voorkomende kleine fragiele paddenstoeltjes. Er zijn meer dan 500 soorten van gevonden alleen al in Nederland. Deze week vonden we er één die op een dennenappel groeit. En geloof het of niet, deze soort groeit letterlijk alleen op dennenappels. Dat moeten dennenappels zijn die al een tijd op of in de grond liggen en die door vocht aangetast en wat zachter geworden zijn.
Waar
Dennenappelmycena’s groeien alleen op dennenappels en hebben een voorkeur voor de Zeeden. Het is een vrij zeldzame soort. Dat kan komen omdat hij echt weinig voorkomt of omdat de paddenstoeltjes zo klein zijn dat ze niet vaak gespot worden.