Deze column draait om het ontdekken van de oneindige variatie in de Haarlemmermeerse natuur. Veel mensen denken dat dat een kaal landschap is, maar ik schat dat er om en nabij de 10.000 soorten in onze polder een thuis vinden. Naast de bijzonderheden van al die soorten zoals gedrag, vorm en kleur, eetbaarheid, medicinale toepassingen is er nog een fascinerend element, nl de ontelbare interacties. De soort die we deze week behandelen heeft van alles wat. Hij is zeldzaam (wettelijk beschermd op de rode lijst en sterk in aantal aan het afnemen) en heeft medicinale eigenschappen. Maar het is ook een halfparasiet. In mijn columns heb ik het vaak over dit soort interacties zoals symbiose en parasitisme.
Bijzonder
Stijve ogentroost heeft een delicaat wit-lila bloemetje met een gele vlek(foto). Het is een halfparasiet net als Ratelaar en Moeraskartelblad. Dat wil zeggen dat ze bladeren hebben en op zonlicht kunnen groeien maar ze hebben een extra truc: Hun wortels dringen door in graswortels en die zuigen ze leeg. Dit effect is vooral bij de ratelaar sterk. Daarom verzamelen we intensief dat zaad en strooien dat uit waar we wilde grasgroei terug willen dringen. Zie bv rond de skatebaan in Floriande. Moeraskartelblad parasiteert geen grassen maar bv pitrus. In de homeopathische geneeskunde wordt ogentroost (oude naam Euphrasia) veelal toegepast bij oogproblemen zoals oogwallen, vermoeide ogen, rode ogen, ‘plakken’ van de ogen en ooglidproblemen.
Waar
Stijve ogentroost houdt van vochtige kalkhoudende zandgrond. Veel grond in de Haarlemmermeer is kalkhoudende klei. Maar er is ook kalkhoudend zand. Zoals in de orchideeënkuil (‘Duinvallei’) op het Groene Carré Zuid en in de lage oevers in de IJtochtzone. Daar vind je deze soort (beiden in door MEERGroen beheerde bloemenweides) samen met orchideeën en parnassia. In Brabant is hij rap aan het uitsterven. In vochtige duinvalleien en in Oost Nederland komt hij ook nog voor. Goed dus dat we in de Haarlemmermeer een nieuwe groeiplek aan deze soort bieden.