Wereldwijd bestaan er wel 10.000 soorten kniptorren. Ze komen aan hun naam omdat ze een aparte eigenschap hebben om zich te verdedigen. In alle literatuur wordt als eerste genoemd dat ze zich met een klik van hun rug om kunnen draaien met een sprongetje. Ik denk dat de hoofdreden van dat ‘knakken’ is dat, als ze worden opgepikt door een vogel of andere predator, zo’n dier schrikt van de sprong en het geluid. Iedereen kan dat testen door een kniptor op te pakken en tussen duim en wijsvinger zachtjes vast te drukken. Het geeft een bijzondere ervaring en het beestje bijt niet, maar ziet meestal wel kans om er vandoor te gaan.
Bijzonder
In Nederland komen er tussen de 40 en 80 soorten kniptorren voor. De meesten zijn ongeveer 1 cm lang maar er zijn ook kleintjes van 6 mm en in de tropen zijn soorten van 5 cm. De muisgrijze kniptor is ruim één cm groot en zwart van kleur en bedekt met korte grijze haren. De larven van kniptorren heten ritnaalden. Deze zijn tot 2 cm lang en hebben een harde buitenkant, vandaar de associatie met naalden. Een kniptor legt meestal 150-200 eitjes in zachte grond met gras of klaver. Ritnaalden leven wel 3- 5 jaar in de grond en hebben een slechte reputatie dat ze gewassen aan zouden vreten (in grote aantallen), maar dat zou best nog eens mee kunnen vallen. Sommige soorten en in sommige levensfasen jagen ze nl ook op andere, mogelijk schadelijker bodemdiertjes. Het komt in de insectenwereld vaak voor dat het larvale stadium veel langer duurt dan het volwassen stadium. Zo leven sommige libellenlarven wel 3 jaar en rupsen van bv de wilgenhoutrups 5 jaar. De volwassen dieren leven net lang genoeg om zich voort te planten en eieren te leggen. Er is een cicade die dat tot in het extreme doorvoert met 18 jaar voor de larve en 1 week voor het volwassen stadium.
Waar
Kniptorren komen overal voor in akkers, weilanden, gazons en tuinen waar de grond zacht is en waar er leven en wortels beschikbaar zijn om aan te knabbelen. De muisgrijze kniptor heeft een voorkeur voor zandige grond.