4 weken geleden besteedde ik aandacht aan Groot Laddermos en vestigde daarbij de aandacht op het feit dat mossen letterlijk en figuurlijk meestal over het hoofd gezien worden. En dat is geheel onterecht want de mossenwereld kent een fascinerende geschiedenis en variatie. Dat komt mede omdat mossen de oudste landplanten zijn. Ze hebben zich dus het langst van alle landorganismen aan kunnen passen aan allerlei extreme omstandigheden en hebben 4 wereldwijde extinctiegolven overleefd. Dan moet je wel wat in huis hebben! Op die column kwam een groot aantal enthousiaste reacties. Aangemoedigd daardoor behandel ik hierbij weer een mossensoort: Purpersteeltje. Waar laddermos een op de grond liggend zogenaamd slaapmos is, is purpersteeltje een topkapselmos wat rechtop groeit.
Bijzonder
Purpersteeltje is een piepklein mosje van max 3 cm hoog dat kussentjes vormt. Het is een van de meest algemene soorten in de stedelijke omgeving en een van de eerste pioniersoorten die zich vestigt op nieuwe stenen. Het is heel onopvallend tot dat het sporenkapsels vormt. Die sporenkapsels zijn een stuk hoger en de kleur van die rode stelen en die eerst groen en daarna ook rode sporenkapsels hebben deze soort zijn naam gegeven. Purpersteeltje heeft zoals veel mossen een ingewikkelde voortplantingscyclus. Er zijn mannetjes- en vrouwtjesplanten die al of niet in klonen (als eigen kussentjes) kunnen voorkomen. Sommige van die kussentjes kunnen dus sporenkapsels krijgen en andere niet. Mannetjes maken spermacellen en als het regent, zwemmen die naar de vrouwtjesplanten toe in druppels zoals op de foto. Pas na de bevruchting groeit er alleen bij de vrouwtjesplanten die lange steel waar een sporenkapsel zich op ontwikkeld. De lange stelen zijn natuurlijk bedoeld om veel wind te vangen voor de sporenverspreiding. De sporen kunnen wel 16 jaar kiemkrachtig blijven
Waar
Purpersteeltjes is een kalkminnende soort en groeit dus graag op stenen en muurtjes en op verstoorde terreinen met puin en zand.