In de herfst wordt de natuur wat donkerder en grauwer en lijkt de kleur wat weg te trekken, met name omdat de bloei minder wordt. Voor een goede waarnemer is er echter nog heel veel kleur te vinden. Persoonlijk vind ik de ontdekking van een bijzonder detail vaak minstens zo voldoeningscheppend als een veld vol met klaprozen. Zo viel ons oog deze week bij het hooien op een piepklein knaloranje padden stoeltje met een knalgele steel en een feloranje hoedje (foto). Het hele ding wat niet groter dan 2 cm. En natuurlijk willen we dan weten wat het is, want zoiets hadden we nog nooit gevonden. Toch blijkt het een vrij algemene soort te zijn. Het was een Oranje dwerg mycena. Mycena’s zijn plaatjeszwammen die meestal klein zijn met dunne sierlijke lange steeltjes en klokvormige hoedjes. Ze kunnen alleen staan maar komen ook vaak in groepen voor. Er zijn enorm veel soorten: tot op heden zijn er meer dan 1300 bekend, waarvan ca 100 in Nederland. De oranje dwergmycena staat vaak alleen, maar kan ook in kleine groepjes voorkomen.
Bijzonder
Er is een verbijsterende verscheidenheid aan paddenstoelensoorten. Een 500 tal zijn grote bekende soorten zoals weide champignon, aardappelbovisten, eekhoorntjes, broodvliegenzwam, judasoor, elfenbankjes e.d. Maar inmiddels zijn er ca 6000 soorten in Nederland ontdekt en in rap tempo neemt dit aantal toe. Vanaf het midden van de vorige eeuwzijn er in nauwelijks 50 jaar van die 6000 meer dan 2000 nieuwe soorten gevonden, waarvan de meeste klein. De regel lijkt ook hier op de gaan: hoe beter en intensiever je zoekt, hoe meer je er vindt. Ook microscopisch en genetisch onderzoek leidt tot de vondst van steeds meer soorten.
Waar
De oranje dwergmycena groeit in de strooisel laag op de grond op takjes en twijgen. Dit exemplaar groeide onder een laag hooi in een van onze bloemen weides.