De grasmus is een soort die niet erg bekend is. Hij komt niet veel in de bebouwde kom voor. Zijn voorkeur gaat uit naar gebieden met dicht laag struikgewas en kruiden met hier en daar een boom als uitkijkpost. En dat soort ’verwilderde’ stukken vind je niet veel meer in ons aangeharkte en in cultuur gebrachte land. In de duinen en op de heide tref je ze meer aan dan in het open polderlandschap van de Haarlemmermeer. Een voorkeur voor dit soort landschappen met dicht struikgewas deelt hij met een andere verwante grasmus soort: De braamsluiper, waarvan de naam al aangeeft dat hij het liefst in dichte braamstruwelen broedt. Toch komen beide soorten hier ook voor. Een jaar of 3 volg ik een paartje grasmus wat zijn territorium had uitgekozen in een bramenperceel naast restaurant Den Burgh. En het leuke is, dat ene paartje heeft zich in die 3 jaar uitgebreid van dat terrein naar Park 2020 en Beukenhorst. Het is goed denkbaar dat de inmiddels 3 paartjes bestaan uit het ouderpaar en 2 paar jongen met maatjes. Dat is best bijzonder als je bedenkt dat het ouder paar inmiddels 4x de reis naar de Sahel ten zuiden van de Sahara heeft gemaakt en overleefd.
Bijzonder
Grasmussen mannetjes en vrouwtje lijk erg op elkaar, alleen hebben vrouwtjes vaker een bruine kop waar mannetjes vaker een grijze kop hebben. De mannetje zijn opgewonden standjes die van ‘s ochtend vroeg tot s ’avonds laat non-stop zingen. Letterlijk elke 30 seconden. Daarbij zetten ze hun kuifjes op en vliegen permanent in hun territorium heen en weer. De mannetjes moeten intussen een stuk of 4 nestjes maken, waar het vrouwtje er dan 1 van uitkiest.
Waar
De grasmus komt in ca 150,000 paar in Nederland voor. Het is een Europese soort die ten zuiden van de Sahara in de Sahel overwintert en elk jaar in april /mei terugkomt en in augustus/september weer vertrekt . Doordat de Sahara steeds groter en droger wordt ,wordt het voor de grasmus moeilijker om de overtocht te maken. Toch is de stand nog niet alarmerend klein.