Distels hebben een slechte naam. En dat komt vooral door akker- en speerdistels, die ‘een zeer effectieve’ overlevingsstrategie hebben. Maar er zijn nog talloze andere distelsoorten, waarvan de ene nog unieker en zeldzamer is dan de andere. Wie kent bv de tengere distel van akkers, de aarddistel, de driedistel uit de duinen of de kale jonker uit het moeras. En wist u dat de artisjok en zijn noordelijke vorm, de kardoen ook distels zijn? Deze week wil ik nog een mooie en zeldzame distel tonen: de wegdistel. Deze wordt zo gewaardeerd om zijn grijsviltige bladeren en paarse bloemen op 2-3m hoog dat hij ook als tuinplant gekweekt wordt. Op verschillende plekken ben ik hem in de Haarlemmermeer tegen gekomen. Bv op Park 2020,maar verreweg de mooiste exemplaren staan in de groentetuin van restaurant Den Burgh (foto vorige week) en van juni tot eind augustus bloeien ze (foto inzet)
Bijzonder
Zoals alle distels maakt de wegdistel veel nectar en stuifmeel en is zeer aantrekkelijk voor bijen, zweefvliegen, vlinders en andere insecten. Het is een 2-jarige soort, die in het eerste jaar een bladrozet maakt wat concurrentie wegdrukt om het 2e jaar naar 2-3 m hoogte te schieten om bloemen en zaad aandacht en ruimte te geven. De plant bevat inuline, een soort zetmeel maar dan bestaande uit fructose(druivensuiker) wat gewonnen en gegeten kan worden en uit de zaden kan distelolie gewonnen worden met medicinale werking. Er komen 2 soorten wegdistels voor: de echte’ die minder viltige bladeren heeft en de tuinwegdistel die witwiltig behaard is. De tuinwegdistel verwildert makkelijk uit tuinen. Het getoonde exemplaar op de foto is de ‘echte’. Beide soorten worden ongeveer evenveel aan getroffen. De echte meer in de duinen .
Waar
Wegdistels zijn warmteminnaars uit zuidelijke landen die aan de rand van hun verspreidingsgebied voorkomen en ze houden ook van stikstof-en kalkrijke ruigtes. Her en der worden ze ook in duinen en Limburg en langs de grote rivieren aan getroffen