Om ongewenste kruiden en grassen onder controle te brengen of te houden worden meestal nogal grove middel en ingezet: klepelen (vermalen) met 500 of 100pK tractoren bv of round-up. Bij ons natuurbeheer doen we dat een tikkeltje subtieler. Naast maaien met een bosmaaier en hooien is een van onze favoriete manieren om de natuur zelf te gebruiken om van een ongewenste naar een gewenste situatie te komen. Daarbij zijn 2 plantensoorten buitengewoon nuttig: ratelaarsoorten (er zijne r 3: kleine, grote en wollige ratelaar) die een half parasiet zijn van grassen en riet. Dat wil zeggen dat deze planten wel op zonlicht kunnen groeien, maar ze hebben ook een geheim wapen: de wortels van deze eenjarige soorten dringen in die van grassen door en zuigen ze leeg. Waar ratelaars groeien wordt de grasgroei niet nul, maar wel aan zienlijk minder: en er komen bloeiende planten voor in de plaats. Datzelfde geldt voor moeraskartelblad met zijn slachtoffer: pitrus. Ook pitrus is vaak in weilanden en moerassen een probleemplant. Waar moeraskartelblad verschijnt verdwijnt pitrus zelfs helemaal. Je zou ratelaars en moeraskartel blad grassen- en pitrus antibiotica kunnen noemen.
Deze periode van het jaar vormen de ratelaars en moeraskartel blad zaad. We hebben daarvan op verschillende plekken emmers vol van verzameld deze week in populaties die al flink groot zijn en dat zaad gebruiken we om op nieuwe plekken de ongewenste soorten te lijf te gaan.
Intussen gaat de zomer droogte onverminderd door en bestaat het grootste deel van het werk nu uit water geven en oogsten. De bramen oogst die vorig jaar al 10 dagen eerder was dan normaal, is dit jaar nog weer 7-10 dagen eerder op gang gekomen. En niet alleen met bramen beloofd het een top jaar te worden. Bijna alle gewassen doen het prima, als ze maar water krijgen.