Dacht ik deze week weer eens een inheemse plant te behandelen en dan blijkt het toch weer een soort te zijn die van elders komt. In dit geval van Zuid-Oost Azië. Kalmoes is al rond 1600 hier ingevoerd voor zijn medicinale kwaliteiten. En sinds die tijd heeft deze soort zich ook in het wild verspreid. Kalmoes lijkt erg op egelskop of gele lis en groeit net als deze soorten in dikke blubber en aan oevers, maar is herkenbaar aan het geribbelde blad. I.t.t. veel ander moerasplanten groeit hij langzaam en woekert dus niet. Zeer karakteristiek is de bloem, die als een fallus symbool uit sommige bladeren steekt. Het feit dat het een van oorsprong Aziatische plant is, blijkt uit het feit dat maar weinig planten een bloem vormen en dat de bloem nooit de in de tropen karakteristieke rode bessen maakt. Daarvoor is het hier te koel. Kalmoes vermenigvuldigt zich dan ook voornamelijk vegetatief via stukjes wortel die afbreken en elders weer uitgroeien.
Bijzonder
Voor een soort die in dikke stinkende bagger groeit, is het hoogst opmerkelijk dat alle plantdelen een heerlijk frisse geur afgeven. Een geur die gebruikt wordt in de parfumindustrie, maar ook als smaakmaker in eten en bv in Berenburg en Deventer Koek. Vooral de dikke wortelstok wordt gegeten en medicinaal gebruikt. De wortel kan gebruikt worden als vervanger van gember, nootmuskaat of kaneel. In grote hoeveelheden kan de werking hallucinerend zijn. Kalmoes wordt gebruikt om spijsverteringsklachten te verhelpen, maar het heeft ook een positief effect op het zenuwstelsel en zou dat zelfs verjongen. Kauwen op de wortel is goed voor het tandvlees en geconfijt kan het als snoep worden gebruikt. De plant heeft deze geur ontwikkeld om insecten op een afstand te houden. En dat werkt prima.
Waar
Kalmoes komt oorspronkelijk uit India en China. De variëteit die in Europa voorkomt is triploid. D.w.z. in elke celkern is naast chromosomen van de ouders, nog een 3e set aanwezig is. Daardoor is geslachtelijke voortplanting ook bemoeilijkt.