Het droge voorjaar van 2015 lijkt zeer insectenvriendelijk te zijn.
Zo hebben zich in de afgelopen 2 weken zeker 14 honingbijzwermen in en om De Heimanshof vertoond. Maar ook andere insectensoorten lijken te gedijen en de plantengroei lijkt van de droogte weinig last te hebben.
Zo is de grote klis aan een groeispurt bezig die in de komende maand planten van wel 2- 2.5 m hoog gaat opleveren en die de stekelige klitten maken die in haar en kleren vast blijven zitten.
Bij het verwijderen van een groot deel van deze dominante planten viel ons oog op een bijzonder insect (foto Lou vd Linden), die weer inzicht in een hele nieuwe wereld van insectenleven opleverde. Het was de Gele Klisboorvlieg.
Bijzonder
Boorvliegen zijn een familie van insecten uit de orde vliegen en muggen of tweevleugeligen. Ze heten ook wel fruitvliegen, maar horen niet tot de bekende laboratorium fruitvliegjes familie.
Wereldwijd zijn er wel 5000 soorten boorvliegen beken in ca 500 geslachten.
Boorvliegen onderscheiden zich van deze soorten en van andere insecten door de mooie tekeningen van vlekken, banden of zigzagstrepen op de vleugels, waardoor ze op het eerste zicht op een springspin kunnen lijken. Zij danken hun naam aan het feit dat de vrouwtjes de eitjes in een plant leggen met behulp van hun puntige legboor, die vaak langer is dan de rest van het lichaam. De lichaamslengte bedraagt maximaal 1,5 cm.
De larve van aantal boorvliegsoorten is heel klein en vreet gangen uit tussen de onder- en bovenkant van bladeren. Andere soorten leven parasitair op andere insecten.
Volwassen vliegen voeden zich met plantensappen en vocht uit rottend plantenmateriaal. De eieren worden apart of groepsgewijs afgezet onder de schil van vruchten.
Enkele boorvliegsoorten staan bekend als plaagsoorten van fruitbomen zoals de appelvlieg uit Noord-Amerika en kersenvliegen uit Zuid-Europa, die via transport hier terechtgekomen zijn.
Waar
De Gele klisboorvlieg is gebonden aan de Grote klis als waardplant.