Afgelopen week was de nationale boomfeestdag en dus liep ik te zoeken naar een onderwerp over bomen: Het bomenpad in het Haarlemmermeerse bos is heropend, de 14 routes langs monumentale bomen om ’bij weg te dromen’ zijn gelanceerd en op De Heimanshof staan tot 1 april10.000 gratis boompjes van 54 soorten klaar om mee te nemen. Een van de soorten die we dit jaar in grote getalen beschikbaar hebben, (2500) zijn beuken. Die beuken groeien uit beukenootjes, waarvan er in sommige jaren miljoenen zijn per boom. Als er zo’n top jaar van beukenootjes is, worden lang niet al die nootjes een boom: muizen, eekhoorns, vogels eten het gros op. Maar ook op andere manieren komen de beuken aan hun eind. En dat brengt me op het eigenlijke onderwerp van deze week: de superspecialisten: de natuur zit zo mooi en ingewikkeld in elkaar dat er overal waar er wat te halen valt, soorten ontstaan die er gebruik van maken. Een van die superspecialisten is de Beukendopgeweizwam (foto). Dat is een verwant van het zeer algemene gewone geweizwammetje wat op oude stronken groeit. Deze soort groeit alleen op de schillen van beukennootjes en dan nog alleen als die onder een laag bladeren liggen.
Bijzonder
De beukendop geweizwammetjes lagen in een dikke laag strooisel onder een beuk in Burgerveen en zijn prachtig gefotografeerd door Laurens v/d Linde, die al vaker leuke ontdekkingen heeft vast gelegd. De natuur zit vol met de superspecialisten. Maar je moet er een oog voor ontwikkelen om ze te ontdekken: een schotelzwammetje dat ook alleen in een leeg beukendopje groeit; de rupsendoder, een zwam die alleen op vlinderpoppen groeit en de larvendoder die alleen op de larve van de spinnende water kever leeft; en uit de insectenwereld: hyperparasieten: zeer kleine sluipwespen die leven op de larven en poppen van al zeer kleine sluipwespen die bv op bijen en vliegen parasiteren.
Waar
De beukendopgeweizwam groeit alleen op vochtige beukendopjes onder een laag strooisel.