Naast natu­uron­twik­kel­ing doen we bij De Heiman­shof en Sticht­ing MEER­Groen ook veel aan biol­o­gisch tuinieren.

Een belan­grijke les bij de groen­te­teelt is ‘dat onkruid niet bestaat’.

Biol­o­gis­che groen­te­teelt leer je nl om respect voor voed­sel te kri­j­gen. En bij dat respect hoort niet alleen dat je alles wat een gram­metje wil mee snoepen, doo­d­spuit, maar ook het inzicht dat alle planten waarde hebben op een op andere wijze.

Onkruid betekent nl dat een plant niets waard is en is per defin­i­tie dus een onterechte naam. Maar ook bij ons wordt flink gewied. Daarom spreken we liever over ongewen­ste kruiden.

Een van de meest ongewen­ste kruiden in onze tuin is harig knop­kruid, afkom­stig uit Zuid-?Amerika. Maar laat deze plant (net als brand­ne­tel en zeven­blad) nu ook bij­zon­dere eigen­schap­pen te hebben!

Bij­zon­der

In omge­woelde aarde is knop­kruid één van de eerste planten die ontkiemt en ook snel voor nakomelin­gen zorgt. De bloeitijd is van juni tot okto­ber.

Het zaad bli­jft 10 jaar lang kiemkrachtig en wordt op veel manieren ver­vo­erd: door land­bouwvo­er­tu­igen, schoen­zolen, kled­ing en dieren­vachten. De plant is een bij­zon­der waarde­vol voed­ingsmid­del. Het heeft het hoog­ste ijz­erge­halte van alle eet­bare wilde planten en heeft een bloed­stol­lende en ontstek­ingsrem­mende werk­ing.

De bloe­men kun je overal in ver­w­erken. Maar ook de bladeren en sten­gels zijn eet­baar in een stamp­pot of om soep een bij­zon­dere smaak te geven. Je kunt harig knop­kruid ook eten als spinazie: kort roer­bakken wat knoflook toevoegen.

Waar

Knop­kruid past zich makke­lijk aan nieuwe omstandighe­den aan. Het groeit in de tropen en in het tro­pisch regen­woud, maar kan ook een land­kli­maat met win­ters van -10 ºC over­leven.

In het begin van de 19de eeuw werd het door de laarzen van sol­daten en hoeven van paar­den van Napoleon door heel Europa ver­spreid. Voor die tijd was harig knop­kruid in Europa alleen te vin­den in de botanis­che tuin van Par­ijs. En nu overal.