Iedereen kent inmiddels wel de Grote Bonte Specht.
Deze soort heeft zich de laatste 10- 20 jaar zo aan een stedelijke omgeving aangepast dat zijn verschijning vooral in wat oudere wijken gewoon is geworden.
Een 2e spechtensoort (waarmee ik deze column in 2006 ben begonnen) is de groene specht. In 2006 kende ik slechts 3 – 4 paartjes in de polder. Inmiddels ben ik de tel bij minstens 50 kwijt. Deze specht is zo schuw en goed gecamoufleerd dat je hem eigenlijk alleen opmerkt door zijn opvallende roep: een keiharde, uitdagende kakelende lach. Alsof je uitgelachen wordt.
De laatste tijd is er weer een nieuwe spechtensoort aan het verschijnen: De kleine bonte specht. Dit voorjaar kreeg ik een aantal meldingen uit Hoofddorp en het Haarlemmermeerse Bos. Een reden dat spechten in aantal toenemen, is dat zij profiteren van het feit dat we tegenwoordig toleranter zijn in het laten staan van dode bomen en takken. In de ogen van een ecoloog is het nog lang niet genoeg. Zie De Heimanshof. Als dit hout van allerlei soorten bomen versnipperd wordt, dan profiteren slechts een paar soorten. Als we de verschillende houtsoorten in 10 – 40 jaar op natuurlijke wijze laten gaan, profiteren honderden of zelfs duizenden soorten.
Bijzonder
Een van die soorten is de kleine bonte specht, nauwelijks groter dan een mus, die houdt van kleinere takken die op de grond liggen, terwijl zijn grote neef grote takken hoog in de boom prefereert. De kleine bonte specht kwam niet of nauwelijks in het open laagland van Holland voor. Wel in de bossen van Oost- en Zuid Nederland en in de duinen. Het lijkt er nu op dat er een soort overloop van de duinen naar onze polder aan de gang is. Dat hebben we 3 jaar geleden ook zien gebeuren met de boomklever.
Waar
Er zijn kleine bonte spechten gemeld uit het Haarlemmermeerse Bos en uit Pax. Als deze soort in onze polder ook een broedplek vindt, zou dat weer een verrijking van onze flora en fauna zijn. Graag hoor ik meldingen daarvan.