Soms is het moeilijk om te beslissen of een bepaalde soort nu inheems is of niet. Vaak komt dit door dat een buitenlandse soort heel goed inburgert: denk bv aan de halsbandparkiet of de Nijlgans. Bij de moerascipres is het een ander verhaal. Dit is nl een soort die als fossiel in Nederland is gevonden en daarna verdween, maar in het warme zuiden van de Verenigde Staten bleef bestaan. De moerascipres is met de inheemse Lariks en de watercipres een van de weinige naaldbomen die zijn naalden ‘s winters laat vallen. De moerassen van het zuiden van de VS zoals de Everglades vormen de thuisbasis van deze boom.
Bijzonder
De Moerascipres wordt 50- 60 m hoog en soms wel 1000 jaar oud. Daarbij wordt zijn stam zeer breed. Bomen van 5-8 m omtrek zijn niet ongebruikelijk. Hij kan maanden onder water staan. Daarvoor heeft de boom een aantal bijzondere aanpassingen. Zo is het hout zeer rot bestendig en wordt daarom gebruikt voor dakbedekking, dakgoten en doodskisten. Ook het wortelstelsel is zeer degelijk en zwaar uitgevoerd. De meest bijzondere aanpassing vormen de zogenaamde kniewortels. Bij een boom die regelmatig onder water staat kunnen deze 1.5 – 2 m hoog worden. Met deze wortels kan het wortelstelsel ademen bij lange overstromingen. Bij moerascipressen die te hoog op land geplant zijn ontwikkelen deze kniewortels zich niet of nauwelijks.
Waar
We hebben in de Haarlemmermeer 4 moerascipressen gevonden. 2 in het Wandelbos, 1 in Badhoevedorp in de Dellaertlaan en 1 in Zwanenburg in het Wandelpark. De boom met de mooist ontwikkelde kniewortels van ca 30 cm hoog staat in Zwanenburg (foto). De bomen worden in de bomenroutes (zie meergroen website) vermeld. De veel op de moerascipres lijkende watercipres komt uit China en is een levend fossiel, dat pas in 1946 werd herontdekt. Deze soort is veel algemener aangeplant. Het eenvoudigste verschil tussen de beide soorten is dat de takjes van de watercipres precies tegenover elkaar vertakken en die van de moerascipres niet.